Valentina Lisitsa in 2010. |
Eén van de andere gasten in de aflevering van PenW van woensdag 25 januari ─ een comedy-personage met de naam Tijl Beckand ─ was, terecht en in positieve zin, verbijsterd dat kinderen van die leeftijd zulke prestaties konden leveren. Vervolgens trok hij een vergelijking naar iemand die zo jong een volwassen rol in een film zou spelen. Weliswaar gaat elke vergelijking min of meer mank, maar in deze context diene men één onwrikbaar gegeven niet uit het oog te verliezen: wonderkinderen bestaan alleen op het gebied van schaken, wiskunde en muziek, en dat komt doordat deze drie één factor gemeen hebben: de abstractie. Je hoeft geen ─ eveneens door Tijl Beckand (geb. 1974) genoemde ─ intense levenservaring te hebben om op één van de drie hierboven genoemde terreinen, al heel jong, hoogwaardige prestaties te kunnen leveren. Wil je een indringende roman van enig literair niveau schrijven, dan gaat dat niet zonder zeer persoonlijke levens-pijn en dito vreugde in ruime mate te hebben ondergaan.
Tijl Beckand in mei 2010. |
Ooit was ik bij het optreden van een veertienjarige, die ook als wonderkind werd gepresenteerd: zij speelde het Vioolconcert van Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) ─ nee, zij trachtte een interpretatie van dat opus, en daaruit bleek dat haar optreden, op z'n zachtst gezegd, zeer prematuur was. Wat er van het meiske is geworden? Geen idee: ik ben haar naam sedertdien niet meer tegengekomen. Dat betekent niet dat ze nu niet een verdienstelijke violiste is geworden, maar bij de beteren hoort ze nog steeds niet. De omgeving van zulke wonderkinderen is echter maatgevend voor hun verdere ontwikkeling. Muziek spelen alleen is fnuikend. Die kinderen moeten ook en vooral kind zijn, anders worden het wonder(baar)lijke wezentjes die geheel en al wereldvreemd zijn en dat meestentijds ook blijven.
Thomas Mann als jongeman. |
__________
[1] Zo'n halve eeuw geleden is dit verhaal ─ samen met Das Eisenbahnunglück van dezelfde schrijver ─ op een langspeelplaat uitgegeven door Deutsche Grammophon, beide gelezen door Thomas Mann zelf.