zaterdag 19 juli 2008

De Symphonie Fantastique van Hector Berlioz — zaterdagavond door Anima Eterna op WDR 3 Radio

WDR-programma Konzert
In een tijdsbestek van bijna twee uur wordt het Belgische ensemble Anima Eterna onder leiding van Jos van Immerseel aan de radioluisteraar voorgesteld. Het orkest voert drie klassieke werken uit: als eerste de Mephisto-wals nr. 1 uit van Franz Liszt (1811-1886). Dan volgt het grootse Concert voor piano en orkest in a klein, opus 16, uit 1868 van Edward Grieg (1843-1907). Tot besluit spelen de musici één van de grote werken uit het Franse repertoire voor orkest uit de eerste helft van de negentiende eeuw: Berlioz' Symphonie Fantastique.

Hamlet
en Faust
In 1827 was de vierentwintigjarige Hector Berlioz toeschouwer bij een aantal toneelstukken van William Shakespeare (1564-1616), opgevoerd voor een Engels
smithson_harriet_1a.jpgreisgezelschap. In Hamlet schitterde de Ierse actrice Harriet Smithson als Ophelia. Berlioz, die weliswaar geen woord Engels verstond, was diep onder de indruk van de kunst van Shakespeare, en hij was zeker niet minder betoverd door de actrice. Wekenlang vertoefde hij in een roes; hij wilde een daad stellen, die de aandacht van Harriet — voor hem de ideale vrouw — zou trekken. Maar dat gezelschap had Parijs alweer verlaten voordat Berlioz tot iets was gekomen.
Dat was weliswaar een hele klap voor de jonge componist, maar zijn aandacht werd opgeëist door andere zaken. Hij had inmiddels een Franse vertaling van Faust van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) leren kennen, en min of meer gelijktijdig de symfonieën van Ludwig van Beethoven. Dat nam wel enige tijd in beslag en toen hij dat achterde rug had, keerde het eerder genoemde Engelse theatergezelschap terug in Parijs. Daarna waagde Berlioz iets dat nog nooit door een conservatoriumstudent was vertoond: hij gaf een concert met uitsluitend eigen werken. Weliswaar wist Harriet Smithson daardoor nog steeds niet van zijn bestaan, maar raakte één en ander wel in een stroomversnelling, en in de herfst van 1830 voerde Berlioz ook zijn eigen Symphonie Fantastique uit, die hij in datzelfde jaar had gecomponeerd.

berlioz_hector_6.jpgRome
Na een verblijf van twee jaar in Rome, als winnaar van de Prix de Rome, keerde Hector Berlioz naar Parijs terug, waar hij vernam dat de door hem zo bewonderde Harriet Smithson de leiding van het Engelse toneelgezelschap op zich had genomen. Zij woonde vervolgens een uitvoering van de Fantastique bij, en tijdens hetzelfde concert werd eveneens het min of meer logische vervolg op dit werk ten gehore gebracht: Lélio ou le retour à la vie. De actrice meende daarin iets van zichzelf te herkennen, en dat was voor haar reden genoeg om toe te staan dat Berlioz aan haar werd voorgesteld. Desondanks wist ze hem op een afstand te houden, maar doordat hij samen met onder anderen Liszt en Chopin een benefietconcert voor haar had gegeven nadat ze failliet was gegaan, was ze toch wel enige tedere gevoels voor hem gaan koesteren, al wilde ze zich zeker niet aan die zonderling binden. Een zelfmoordpoging hielp hem al evenmin, maar toen Berlioz ten slotte met behulp van vrienden een komedie op touw zette — hij zou er zogenaamd met een meisje van zeventien vandoor gaan — gaf ze zich toch gewonnen en werd ze mevrouw Berlioz.
Liefdesroman in muziek
Men zou de Symphonie Fantastique een imaginaire opera kunnen noemen, een liefdesroman in klankvorm, doch evenzeer een portet van de kunstenaar als jongeman, die is bezeten van éé gedachte: de idée fixe. Zo betitelde de componist zelf overigens ook het Leitmotiv van zijn symfonie. Deze 'rode draad' wijkt echter in zoverre af van de Leitmelodie uit de opera's van die tijd dat ze in sterke mate wordt gevarieerd.
quincey_thomas_2.jpg Kort voordat Berlioz deze symfonie op papier zette, was er een Franse vertaling verschenen van de autobiografische Bekentenissen van een opiumeter (1821-22) van Thomas de Quincey (1785-1859). Het is niet bekend of Berlioz zelf ervaringen met opium had opgedaan, doch hij bleek maar al te goed in staat zijn fantasie de vrije loop te laten in de Symphonie Fantastique. Daarbij maakte hij gebruik van een zeer persoonlijke compositiestijl met variaties en contrasterende thema's, hier en daar geëalteerd van vorm, zoals in het eerste deel, met een hallucinatorische stemming in de beide laatste delen, en daar tussenin — als parenthese — de hartstocht van de held, zoals die in de balzaal en in een pastoraal landschap tot uitdrukking komen. Allemaal evocaties van romantische liefde in verschillende transformaties.

Programmatische symfonie
Hoewel er veel traditioneels in de Fantastique aan te wijzen valt, is er toch sprake van iets geheel nieuws. Weliswaar bestond Beethovens
Pastorale ook reeds uit vijf in plaats van vier delen, inhoudelijk gezien is er nooit eerder en dergelijk programmatisch stuk muziek geschreven als deze Berlioz-symfonie. Helemaal nieuw was het immers ook niet, want reeds Johann Sebastian Bach had een stuk gecomponeerd naar aanleiding
chateaubriand_fr_1.jpgvan het vertrek van een geliefde broer. Ondanks dat alles is de Symphonie Fantastique een mijlplaal in de muziekgeschiedenis, een overgang tussen de klassieke symfonie en het symfonisch gedicht, aanwelk laatste altijd een programma ten grondslag ligt.

De handeling
Het verhaal van de Fantastique vindt zijn oorsprong in Berlioz' onbeantwoorde passie voor Harriet Smithson, één en ander geprojecteerd in een 'beroemd auteur', die lijdt aan een maladie morale, een morele ziekte. Met die auteur wordt ongetwijfeld François René de Chateaubriand (1768-1848) met zijn roman René uit 1826 bedoeld. De hoofdpersoon in dat boek leed aan de genoemde ziekte, en we weten dat Berlioz dit als een van zijn lievelingsboeken beschouwde.


Symphonie Fantastique (1830)
Instrumentatie: 2 fluiten, piccolo, 2 hobo's, Engelse hoorn, 2 klarinetten, Es-klarinet, 4 fagotten, 4 hoorns, 2 trompetten, 2 cornets à pistons [1] 3 trombones, 2 tuba's, pauken, kleine trom, grote trom bekkens, klokken, 2 harpen, en strijkers — in principe 15 eerste en 15 tweede violen, 10 alten, 11 celli en 9 contrabassen als minimale strijkersbezetting.


I. RÊVERIES – PASSIONS
Een langzame inleiding (Largo), gevolgd door een allegro in hoofdvorm; geheel in de traditie van de klassieke symfonie: expositie — dorovoering — reprise. De melodie van de Dromerijen heeft Berlioz aan een Romance
ontleend, die hij in 1820 had gecomponeerd. Het hoofdthema van het allegro komt uit de cantate Herminie uit 1828, die hij voor de 'Prix de Rome' had ingezonden.

II. UN BAL
De kunstenaar ontmoet zijn geliefde tijdens een bal. De muziek bestaat in een wals, die geheel tot ontwikkeling komt. Daarna dient de idée fixe zich weer aan, nu echter aangepast aan het walsritme.

berlioz_fantastique_part_ged.jpg

III. SCÈNE AUX CHAMPS
De kunstenaar bevindt zich op het land om aldaar zijn gekwelde gemoed tot rust te laten komen. Een herder laat een melancholiek wijsje horen — dat klinkt in de althobo — waarop een tweede herder uit de verte antwoordt — met een hobo. Dan volgt een pastorale melodie: hierin wordt een prachtige zomeravond beschreven. Een fel, stormachtig basmotief dient zich plotseling aan, waarna — ritmisch gewijzigd — de idée fixe opnieuw verschijnt.

smithson_harriet_3.jpg Tot zover de oorspronkelijke opzet van de symfonie. Maar terwijl Berlioz eraan werkte, kwam Harriet Smithson weer opdagen, doch nu niet meer als een schitterende Ophelia, Desdemona of Julia. Berlioz' teleurstelling was enorm, en die moest derhalve ok in de muziek gestalte krijgen, en wel in de beide laatste delen. De componist heeft hier bewust zijn toevlucht
gezocht tot een droom, omdat hij in zo'n context er veel beter in zou slagen zijn gekwetste gevoelens tot uitdrukking te brengen.

IV. MARCHE AU SUPPLICE
Inmiddels heeft de kunstenaar begrepen dat zijn liefde niet wordt beantwoord. Hij besluit opium in te nemen, maar welte weinig om eraan te sterven, doch weer voldoende om daarvan in een diepe slaap te vallen. Dan dienen zich enlkele lugubere visioenen aan: hij heeft zijn geliefde gedood en is daarom zelf ter dood veroordeeld.
En derhalve wordt hij naar het schavot gebracht.
Een sombere, maar schitterende mars weerklinkt. Berlioz heeft die integraal overgenomen uit zijn ouverture Les Francs Jues (De Veemrechters uit 1827-28). Een realistische uitbeelding van de terechtstelling sluit het vierde deel af: eerste motief van de idée fixe, plotseling afgebroken door een fortissimo-akkoord, gevolgd door dre pizzicati en een tremolo in het slagwerk.

V. SONGE D'UN NUIT DU SABBAT
In het tweede visioen ziet de kunstenaar zichzelf temidden van een groep schaduwen, tovenaars, monsters en heksen. De vroegere geliefde verschijnt, doch zij is nu ontdaan van alle edele trekjes en schroomvalligheid. De idée fixe is hier nog slechts een gemene, triviale en groteske danswijs. De vroeger zo aanbede geliefde is gekomen om deel te nemenaan het bespotten van zijn lijk. De uitbeelding daarvan is voorbehouden aan de schril klinkende kleine klarinet. Een parodie op het Dies Irae (uit het Requiem), vergezeld van het luiden van de doodsklokken, weerklinkt.
Tot besluit is er een 'sabbatsronde', een nieuw fugatisch thema, dat wordt gecombineerd met het Dies Irae in een overweldigende uitbarsting van klanken.

_____________
[1] Het blaasinstrument cornet à pistons heb ik op de site van Mens en melodie in een apart artikel behandeld in het Hoofdstuk Instrumenten.
_____________
Afbeeldingen
1. De actrice Harriet Smithson in 1827, toen zij Shakespeare's Ophelia in Hamlet speelde.
2. De componist Hector Berlioz.
3. De Engelse schrijver Thomas de Quincey.
4. De Franse auteur François René de Chateaubriand.
5. Hoofdthema (idée fixe) uit de Symphonie Fantastique
6. Harriet Smithson in 1828.

Geen opmerkingen: