vrijdag 11 juli 2008

Beethovens Negende zaterdagavond op Mezzo

Ludwig van Beethoven — Symfonie nr. 9 in d kleine terts, opus 125 (1822/24) — met slotkoor naar Friedrich von Schillers Ode An die Freude, voor solostemmen, orkest en vierstemmig koor

Instrumentatie: piccolo, 2 fluiten, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, contrafagot; 4 hoorns, 2 trompetten, 3 trombones; pauken, triangel, bekkens, grote trom; strijkkwintet.

Ouder plan
Dertig jaar voordat Ludwig van Beethoven (1770-1827) serieus is begonnen aan de verklanking van de Ode An die Freude van Friedrich von Schiller (1759-1805), had hij het plan daartoe reeds opgevat. In januari 1793 schreef de rechtsgeleerde Bartholomäus Fischenich uit Bonn aan Charlotte von Schiller — de echtgenote van de dichter — dat een jongeman uit die stad, wiens muzikale talenten algemeen veelgeroemd werden, Schillers ode wilde bewerken, "und zwar jede Strophe."
Het bleef echter bij een plan. Twintig jaar daarna noteerde Beethoven een muzikaal motief met daarbij enkele woorden van de hymne. In 1812 heeft de componist gespeeld met de gedachte een ouverture met koor naar aanleiding van Schillers Ode te schrijven. Dit had dan opus 115 moeten worden. Doch ook dit plan kon niet worden gerealiseerd, en opus 115 werd gewoon een instrumentale ouverturem die wij thans kennen onder de titel Zur Namensfeier, ter gelegenheid van de naamdag van de keizer.

Schillers Ode als besluit
De gedachte om de Negende Symfonie met die Ode te besluiten, duikt voor het eerst op in 1822. Op dat moment bestaan er al schetsen voor deze symfonie. Weliswaar bevindt het Adagio ervan zich nog in een stadium van 'innerlijke wording', maar de Ode is gereed, inclusief tekst. Dertig jaar eerder had Beethoven immers die gehele ode willen verklanken, maar in 1822 bleek uiteindelijk dat er nog ongeveer een derde gedeelte van Schillers oorspronkelijke tekst meer van was overgebleven. De componist schrijft dan:
Symphonie allemande, entweder mit Variationen — nach der der Chor Freude, schöner Götterfunken, Tochter aus Elysium — alsdann Eintritt, oder auch ohne Variation. Ende der Musik mit türkischer Musik und Singchor.
Toch moeten bij de componist twijfels zijn ontstaan, want toen in 1823 de eerste drie delen gereed waren, stond voor Beethoven nog niet definitief vast dat hij deze symfonie met een koorfinale zou afsluiten. Van lieverlee geraakte hij echter tot de overtuiging dat datgene wat hij vanuit zijn diepste innerlijke inzichten tot uitdrukking wilde brengen, niet voldoende door alleen een orkest kon worden gerealiseerd.

Eerste uitvoering en reacties
Op 7 mei 1824 is Beethovens Negende in Wenen in première gegaan, onder leiding van de componist, met solistische medewerking van de sopraan Henriette Sonntag (1803 of 1806-1854), de alt CarolineUnger, de tenor Anton Haitzinger en de bas Seipelt. Volgens de overlevering moet het bepaald geen modeluitvoering zijn geweest, maar was de reactie van de kant van de toehoorders overweldigend. Critici en andere muziekkenners waren echter in twee kampen verdeeld: of men bleek fervent voorstander of men wees deze symfonie volledig van de hand. Het meest vernietigende oordeel kwam van de zijde van de componist Louis Spohr (1784-1859). Deze kwalificeerde dit opus als monstrueus, smakeloos en triviaal. Het merendeel van de negatieve reacties had echter betrekking op de finale, en dat kwam vooral doordat Beethoven het had gewaagd met de tot op dat moment min of meer als — overigens ongeschreven — wet geldende stijlprincipes te doorbreken. Immers, door een slotkoor in zijn symfonie te introduceren, zorgde Beethoven ervoor dat de grenzen tussen hetgeen als symfonie gold enerzijds, en datgene wat als cantate kon worden aangemerkt anderzijds, vervaagden. Toch was die oplossing niet nieuw: reeds tien jaar eerder had het verschijnsel symfonie met slotkoor in Wenen zijn intreden gedaan.

Diverse opvattingen
Kritiek was er eveneens van de zijde van Felix Mendelssohn-Bartholdy, die als een groot bewonderaar van Beethoven gold en die tevens de eerste drie delen van de nieuwe symfonie zeer hoog inschatte. De bezwaren van de jonge Mendelssohn kwamen erop neer dat hij Beethoven te veeleisend vond, vooral ten opzichte van de sopranen. En opnieuw komt dan de verregaande doofheid van de componist in het geding.
Sommige auteurs menen dat Beethoven zelf ook niet geheel tevreden was met de uiteindelijke vorm van het laatste deel. Volgens bekenden uit zijn laatste levensjaren zou hij plannen hebben gehad om de finale om te werken.
Opvallenderwijs wordt door velen — overigens meestal zonder motivering — juist de voorkeur gegeven aan de finale boven die drie instrumentale delen. Wellicht speelt de, veelal onbewuste, overweging een rol dat deze vreugdekreten een bekroning op het gehele oeuvre van Beethoven zouden zijn; een afronding waar hij, langzaam maar zeker, gedurende zijn gehele oeuvre naar toe had geleefd en gewerkt.

Uitzending op Mezzo-televisie
De Negende Symfonie van Ludwig van Beethoven wordt op zaterdag 12 juli, tussen 20:30 uur en 21:45 uur, door de muziekzender Mezzo gepresenteerd in een uitvoering door het Orchestre National de France onder leiding van Kurt Masur. Nadere gegevens op de site van deze zender. Het betreft een opname van regisseur Denis Caïozzi uit 2005.
____________
Afbeeldingen
1. Ludwig van Beethoven, in 1820 geschilderd door Joseph Karl Sitieler (1781-1858).
2. De dichter, historicus en jurist Friedrich Schiller (1754-1805).
3. De sopraan Henriette Sonntag, hier in de rol van Donna Anna in Mozarts Don Giovanni. In onze dagen is deze poster van 46x61 cm (voor een kleine veertig euro) zeer gewild.
4. De componist Louis Spohr.
5. Beethoven in de jaren 1818/19. Het is een olieverfschilderij van Ferdinand Schimon (1797-1852). Het wordt als het meest geslaagde portret van Beethoven beschouwd, aangezien het de ware blik van Beethoven het best zou weergeven.

Geen opmerkingen: