zondag 16 november 2008

Ein Deutsches Requiem van Brahms in NDR-Soiree

Naar Woorden van de Heilige Schrift
Het concert dat de Duitse radiozender NDR Kultur onder het opschrift Soirée tussen 22:00 uur en middernacht zal uitzenden op zondag 16 november 2008, wordt geopend met het orgelwerk Méditation sur le mystère de la Sainte Trinité nr. 5 voor orgel van Olivier Messiaen (1908-1992). Daarna volgt van Johannes Brahms met diens opus 45: Ein Deutsches Requiem voor koor, twee zangsolisten en orkest. Uitvoerenden zijn Concerto Köln onder leiding van Marcus Creed. Solistische medewerking zal worden verleend door de sopraan Marie Arnet en de bariton Klemens Sander.
Gedetailleerde gegevens over deze compositie zijn te vinden op een aan deze verwante site: op Tempel der Toonkunst, in een artikel van zondag 6 januari 2008.
__________
Afbeelding: Voorzijde van de dtv-biografie over Johannes Brahms, verschenen in februari 2008. Meer daarover in onze bijdrage van maandag 31 maart, eveneens op Tempel der Toonkunst.

donderdag 13 november 2008

Bartóks Hertog Blauwbaards Burcht semi-scenisch door het NNO — in Groningen en in Rotterdam

Twee uitvoeringen
Het Noord Nederlands Orkest onder leiding van chef-dirigent Michel Tabachnik zal zaterdag 15 november, 's avonds tijdens het concert van zijn ensemble — dat begint om 20:15 uur in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort te Groningen — twee bijzondere werken uitvoeren van grootheden uit de muziekwereld van het fin de siècle in Oost-Europa. Als eerste van Leoš Janáček (1854-1928) het Dagboek van iemand die verdween (Zápisnik zmizelého), met daarin twee zangsolisten: mezzosopraan Cora Burggraaf, tenor Peter Hoare, en vijf vrouwenstemmen.
Na de pauze volgt het inmiddels al bijna een eeuw oude meesterstuk van de toen nog jonge Béla Bartók, Hertog Blauwbaards Burcht. Dit keer zal — in tegenstelling tot vorige uitvoeringen door het aan het NNO voorafgaande ensemble, in de eerste helft van de jaren zeventig en op 10 oktober 1984, beide gelegenheden in diezelfde zaal — een semi-scenische uitvoering worden verzorgd onder regie van Miranda Lakerveld. De bariton Jonathan Lemalu zal de partij van Hertog Blauwbaard zingen, de mezzosopraan Martina Prins zal tegenspel bieden als Judith.
Op zondag 16 november wordt het optreden herhaald in De Doelen te Rotterdam. Dat optreden begint eveneens om 20:15 uur.

Opera of dramatische symfonie?

Zeer dikwijls is gediscussieerd over het vraagstuk of men Bartóks opus 11 nu als opera dan wel als dramatische symfonie moet kwalificeren. Uiteraard is het mogelijk daarover van inzicht te verschillen, omdat het niet volstrekt voor de hand ligt dat er inderaad alleen maar sprake kan zijn van een opera. Dat is echter van geheel ondergeschikt belang wanneer men eenmaal de muzikale kwaliteiten van het stuk heeft onderkend. En die kwaliteiten zijn onmiskenbaar: de diatonische lijnen van de zangpartijen worden ondersteund door een orkestpartij, die rijk is aan harmonische vondsten. En als we de instrumentatie bekijken, is het ook duidelijk dat Béla Bartók (1881-1945) — die als dertigjarige toch nog niet kon beschikken over een zeer langdurige ervaring — wel wist wat hij nodig had om de vele contrasten binnen dit opus het best tot zijn recht te doen komen.

Instrumentatie
Naast een (sterk bezet) strijkorkest wenst Bartók vier fluiten — waarvan twee met piccoli —, twee hobo's, één Engelse hoorn, drie klarinetten — waarvan één aangevuld met een basklarinet —, vier fagotten — met één contrafagot —, vier hoorns, vier trompetten, vier trombones, bastuba, pauken, slagwerk, celesta, twee harpen en orgel.
Bartók heeft Blauwbaards Burcht reeds in 1911 gecomponeerd, maar het zou nog tot 1918 duren voordat de eerste uitvoering in Boedapest plaatshad. Bartók baseerde zich daarbij op een libretto in balladevorm van Béla Balázs (geboren als Herbert Bauer; 1884-1949), die zijn stof heeft ontleend aan Ariane et Barbe-Bleu van Maurice Maeterlinck (1862-1949). Maar ook de befaamde Literatuur-Nobelprijswinnaar (1911) Maeterlinck was niet de oorspronkelijke bron; die is te vinden bij de Franse sprookjesverteller Charles Perrault (1628-1703).

Het verhaal
Hertog Blauwbaard betreedt samen met de schone Judith zijn sombere burcht. Judith is in het geheel niet bang, ondanks de verschrikkelijke reputatie die de hertog alom geniet. Ze is verliefd op hem geworden en heeft haar familie en zelfs haar verloofde in de steek gelaten. Zij is vastbesloten licht te brengen in de duisternis die Blauwbaard omgeeft. Binnen wordt haar nieuwsgierigheid gewekt door zeven enorme stalen deuren, die alle op slot zitten. Zij doet een dringend beroep op Blauwbaard deze te openen. De hertog geeft toe: hij zal haar alle sleutels geven, behalve die van de zevende deur.
De eerste zes deuren verschaffen toegang tot respectievelijk de folterkamer, het arsenaal, de schatkamer, de schitterende tuin, weidse landerijen en een transparant Meer van Tranen. Overal ziet Judith druppels bloed. Blauwbaard doet dan verwoede pogingen om haar aandacht van de zevende deur af te leiden, maar Judith is vasthoudend: zij eist dat het mysterie wordt ontsluierd.
Dan geeft de hertog toe en overhandigt haar de zevende sleutel. Judith opent ook de laatste deur en daarachter bevinden zich de drie vrouwen van Hertog Blauwbaard, gekleed in prachtige gewaden, gekroond en behangen met juwelen. De hertog bekent dan aan Judith dat hij zijn eerste vrouw in de ochtend heeft ontmoet, de tweede 's middags en de derde in de avonduren.
Judith doet een poging Blauwbaard ervan te overtuigen dat zij zich niet met die drie vrouwen kan meten, maar de hertog kleedt ook haar in een oogverblindende mantel en kroont haar met diamanten. Hij is verbaasd over haar enorme schoonheid. Judith, die de hertog tijdens de nacht heeft ontmoet, zal de vierde en tegelijkertijd de mooiste van zijn vier vrouwen zijn. Totaal overrompeld door alles wat ze heeft gezien, volgt Judith de drie andere vrouwen door de zevende deur die achter haar dichtslaat.
Duisternis vult opnieuw de burcht.

Verschillende versies
Naast het Hongaarse origineel bestaan er ook tegelijkertijd verschenen versies in het Engels, Frans en Duits. De bijzonderheid van die vertalingen — evenals dat bij latere, zoals een Russische het geval zal zijn geweest — was zonder twijfel het zoeken naar passende woorden. Dat moet in deze context extra moeilijk zijn geweest doordat de klemtoon in het Hongaars altijd op de eerste lettergreep van een woord valt. Van de oorspronkelijk Duitse versie uit 1922 werd in 1963 een revisie vervaardigd door Wilhelm Ziegler/Füssl-Wagner.
De muziek volgt de tekst zeer getrouw, en het is niet ondenkbaar dat Bartók zich heeft laten verleiden tot het gebruik van zo'n uiterst dubieuze ballade als die van Balázs, aangezien deze zoveel muzikale mogelijkheden bood voor het openen van de zeven deuren. De muziek is pijnigend en verstorend tegelijk als de folterkamer en het arsenaal worden geopend. De daarop volgende deuren geven aanvankelijk toegang tot pracht en heerlijkheid van schatkamer, tuin en landerijen. Het weidse daarvan wordt in het koper tot driemaal toe herhaald, stralend in C-groot.
Doch zodra blijkt dat daarbij bloedvlekken niet ontbreken, wordt ook de muziek wilder en meer opgezweept. Na het Meer van Tranen volgt de extatische aanloop op de zevende deur, en direct daarna keert de muziek terug tot het punt van versluierend pianissimo. De vicieuze cirkel is rond, en alles zou opnieuw kunnen beginnen . . . .
____________
Afbeeldingen
1. Plaquette met daarop de Tsjechische componist Leoš Janáček.
2. Béla Bartók. Tekening van Jarko Aikens, Groningen, 1984. Collectie Heinz Wallisch (tevens ©).
3. Librettist Béla Balázs.
4. De Frans schrijvende, in Vlaanderen geboren auteur Maurice Maeterlinck; Nobelprijs Literatuur 1911.
5. Voorplat van een medio 20ste eeuwse bundel met sprookjes van Charles Perrault: Ma mère l'Oye, met daarin Barbe-Bleu.
6. De auteur Charles Perrault.
7. Nederlandse Amstel-pocket met Sprookjes van Moeder de Gans.

donderdag 6 november 2008

Eliana Burki, een fenomenale alpenhoorniste

Verrassing
Hedenochtend tussen half negen en negen uur kwam ik per toeval terecht in het Morgenmagazin, een gevarieerd programma dat door de beide publieke Duitse televisiezenders ARD/Das Erste en het ZDF op werkdagen van 05:30 uur tot 09:00 uur wordt uitgezonden. Er is publiek aanwezig. Diverse van de presentatoren zijn vaak buitenproportioneel opgetogen en kunnen alleen maar in superlatieven spreken. De geringste aanleiding wordt aangegrepen voor uitzonderlijke hilariteit, en dat maakt zo'n programma ondraaglijk, vooral als de presentatoren het eigen ik toch altijd nog iets belangrijker vinden dan de genode gasten. Helaas komt dat laatste iets te veel voor, en dat is de reden dat ik zelf jaren geleden het wel voor gezien hield.
Dat men door zo'n besluit ook verstoken kan blijven van buitengewoon interessante en aantrekkelijke persoonlijkheden, bleek vanochtend toen een alpenhoorniste haar kunnen mocht laten horen en zien: de 25-jarige Eliana Burki. Voor haar had ik het toestel ook wel aangezet als ik van tevoren had geweten dat ze in dat programma zou komen. Iemand die in staat is met een inmiddels zo'n tweeduizend jaar bestaand — en dikwijls fraai beschilderd — instrument met een lengte van 4 tot 5 meter andere geluiden te produceren dan de gebuikelijke, verdient zulke aandacht ruimschoots.

Bijzondere musicienne
Vanaf haar achtste treedt ze op met een groep oude, eerbiedwaardige heren, die de alpenhoorn als een traditioneel instrument bespelen, en die toonden, door de bank genomen, aanvankelijk wel enige afstandelijkheid, maar nu die zelf hebben kunnen vaststellen wat ze met deze opgetogen jongedame 'in huis' hebben, is die houding verleden tijd.
Zelf wilde Eliana Burki meer met het instrument dan wat de traditie biedt: het blazen van de bekende stukken en de optredens langs lijnen van geleidelijkheid. Vanaf haar dertiende wilde ze jazz en popmuziek kunnen spelen op dat aloude instrument. En warempel, dat is haar gelukt. Twee tot vier uur per dag oefent ze en met die volhardende houding is ze erin geslaagd met een eigen band een repertoire op te bouwen. Zij is in staat zeventien verschillende tonen aan de alpenhoorn te ontlokken, waar voor anderen een maximum van zes haalbaar is gebleken.
Van die kunstvaardigheid heeft ze in de studio daarnet laten horen wat ze, ondersteund door één van haar bandleden — een uitnemende slagwerker — aan dit klassieke instrument — dat u (vrijwel) nooit in een concertzaal zult aantreffen — weet te ontlokken. Overigens heeft Eliana Burki ook die drempel genomen en in 1999 met het Olten City Orchestra gespeeld.
Haar kunsten zijn inmiddels via compact disc te beluisteren voor iedereen die dat wil.

Heute Journal
Het Heute Journal — de dagelijkse nieuws- en actualiteitenrubriek van het Zweite Deutsche Fernsehen — zal haar uitgebreider voorstellen op donderdag 6 of vrijdag 7 november — dat zal afhangen van het actuele nieuwsaanbod — en zo'n voorstelling zal haar op tal van fronten bepaald geen windeieren leggen, zoals de geschiedenis van het Heute Journal heeft aangetoond.
Het zal haar populariteit enorm verhogen, het aantal uitnodigingen zal ongetwijfeld zo groot worden dat ze een keuze zal moeten maken, en haar cd zal zich eveneens in een zeer grote populariteit mogen verheugen. Het Heute Journal wordt steeds tussen 21:45 uur en 22:15 uur uitgezonden.
Vijf jaar oud was ze toen haar moeder haar vertrouwd wilde maken met het pianospel, maar dat werd geen succes. "Mijn oren doen pijn. Ik wil alpenhoorn spelen." Waartoe zulke gedecideerdheid van een jong kind kan leiden, kunt u hopelijk in het Heute Journal van 6 of 7 november zelf vaststellen.

NB: Meer informatie over het instrument Alphorn kunt u vinden in de Geïllustreerde Muziekinstrumenten Encyclopedie van Bert Oling/HeinzWallisch (2003).

dinsdag 4 november 2008

De dag- en nachtegaal naar Andersen op muziek van Theo Loevendie gaat in Groningen in première

Sprookje met muziek
In de tekst op het achterplat van De dag- en nachtegaal " omschrijft uitgeverij De Bezige de spiegelplaatjesversie van Theo Loevendie als "de muzikaalste cd die ooit in de Zoemreeks verscheen." Het sprookje is door de componist voor de eerste keer getoonzet voor ensemble en spreker in 1974, vijf jaar later realiseerde hij een bewerking voor groot orkest en spreker. In 1982 is de productie onderscheiden met een Edison, en daarna is het honderden keren over het ondermaanse verspreid.

Inspiratiebron Andersen
De dag- en nachtegaal is een geheel Nederlandse productie en heeft als uitgangspunt het bekende sprookje De nachtegaal van de Deense, internationaal befaamde, fantasierijke en tegelijkertijd escapistische "verteller voor de eeuwigheid" Hans Christian Andersen (1805-1875), die heden ten dage als gevolg van alle nieuwe media helaas steeds minder in aanzien raakt als auteur van sprookjes — die (groot) ouders aan hun (klein)kinderen vertellen — dan zo'n halve eeuw geleden.
Kees van Kooten treedt zelf op als verteller van de eigen tekst tijdens de première op donderdag 6 november 's avonds in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in Groningen, daarbij ondersteund door het Noord Nederlands Orkest onder leiding van zijn chefdirigent Michel Tabachnik.

Net echt
Maar voordat de eerste officiële uitvoering zal worden gerealiseerd, hebben de uitvoerenden gezorgd voor een cd met twee verschillende versies: die met groot orkest — deze keer echter onder leiding van Hans Leenders — en daarnaast een zogenoemde karaoke-versie voor zeven instrumentalisten: klarinet, viool, fagot, trompet, trombone, contrabas en slagwerk.
Verder is de map voorzien van een tekstboekje en een 'kijkschijf', die in eerste instantie bedoeld is voor ouders om deze gedurende 14 minuten een kijkje te gunnen achter de schermen van de opnamen.
De orkestversie op de cd duurt ruim 38 minuten, de karaoke-versie wijkt in lengte daarvan nauwelijks af, alleen heeft die een intro van 40 seconden.
In de septet-versie vertelt Kees van Kooten niet opnieuw het verhaal, maar klinkt zijn stem alleen om de nummers aan te geven, waardoor de hopelijk geïnteresseerde kinderen, op basis van het tekstboekje zelf aan het werk kunnen gaan: een steuntje in de rug. Daarmee wordt dan meteen voldaan aan het belangrijkste aspect van sprookjes in het algemeen en van zo veel daaraan verwante verhalen: te fungeren, mede als leerstukken die tegelijkertijd de sluimerende esthetische behoeften van de jongste tot en met 'grootste' kinderen bevredigen. De dag- en nachtegaal slaagt op die manier in het activeren van (vooral jonge) lezers en toehoorders. Dat is tevens een goede basis voor latere participatie in veel gecompliceerdere maatschappelijke processen, waarin liefst alle kunstvormen niet alleen een onmisbaar element vormen, maar ook kunnen leiden tot integratie van de verschillende sociale aspecten in een mensenleven. En wat is er dan nog beter dan zo'n veelzijdige geschiedenis te combineren met muziek op het hoogst denkbare niveau. . . .

Overige werken op het concert
Alleen de uitvoering van een werk dat veertig minuten duurt — ook al is dat een wereldpremière — zou niet voldoen aan de eisen van een symfonisch concert en daarom staan er nog drie andere werken op het programma van het concert door het Noord Nederlands Orkest
op donderdag 6 november. Van het bij het concertpubliek over de hele globe nu al meer dan honderddertig jaar geliefde Eerste Pianconcert, in bes, opus 23 — gecomponeerd in de jaren 1874-1875 — door Pjotr Iljitsj Tsjajkovski (1840-1893), zal de veelal als jong pianowonder gekwalificeerde Dimitar Dimitrov het eerste deel spelen. Dat wordt voorafgegaan door de in 1913 geschreven balletmuziek Jeux van Claude Debussy (1862-1918). Er is met nadruk door de samenstellers op gelet dat de gekozen muziek voor dit concert vooral past bij jeugdigen, maar die kunnen, zoals men inmiddels weet, vanzelfsprekend van alle leeftijden zijn.
Na de pauze is het podium gereed voor de hierboven omschreven wereldpremière van Theo Loevendie (geb. 1931) en Kees van Kooten (geb. 1941) met hun hommage aan één van de grootste sprookjesauteurs van deze wereld.
Ter afsluiting van de concertavond speelt het NNO Les Préludes van Franz Liszt (1811-1886).
__________
Kees van Kooten / Theo Loevendie:
De dag- en nachtegaal
Gebaseerd op het verhaal van Hans Christian Andersen
Verteller Kees van Kooten
Muziek Theo Loevendie
Begeleiding Noord Nederlands Orkest
dirigent Hans Leenders.
Klaphoes met tekstboek, luisterschijf en dvd
Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam — Zoemreeks
ISBN 978-90-234-3698-0.
Deze productie is mede tot stand gekomen met
steun van peermusic en Brilliant Classics.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van zowel de gehele map alsook van het tekstboekje van De dag- en nachtegaal. Illustratie van The Bridgeman Art Library.
2. Sprookjesschrijver Hans Christian Andersen.
3. Dirigent Hans Leenders.
4. Componist Theo Loevendie, samen met tekstschrijver en verteller Kees van Kooten.
5. Noord Nederlands Orkest met chefdirigent Michel Tabachnik.
6. Componist Claude Debussy. Tekening van Jarko Aikens, Groningen, 1984. Collectie Heinz Wallisch (tevens ©).

zondag 2 november 2008

Gabriel Fauré's Requiem zondag via Arte-tv

Geliefd geestelijk werk
Zondag 2 november zal de Frans-Duitse cultuurzender Arte-televisie, tussen 19:00 uur en 19:45 uur de Messe de Requiem opus 48 van Gabriel Fauré (1845-1924) presenteren in een uitvoering door het orkest genaamd La Chambre Philharmonique onder leiding van Emmanuel Krivine.
Fauré heeft de eerste versie van dit opus — voor sopraan, bariton, gemengd koor en orkest — in 1888 gecomponeerd, elf jaar later gevolg door een versie met groot symfonieorkest.
De film uit 2007 van de Franse regisseur Olivier Simonnet zal worden uitgezonden met stereofonisch geluid in HD-kwaliteit op het formaat 16:9. Helaas heeft de redatie van de Arte-programma-informatie nagelaten de namen van de solisten en het betreffende koor te vermelden.
De film zal na zondag nog tweemaal worden uitgezonden: op vrijdag 7 november, 's ochtends om 08:00 uur en op maandag 17 november, eveneens op dat tijdstip.