woensdag 28 november 2007

Dreigroschenoper van Kurt Weill in deels eigentijds jasje zondagochtend op cultuurzender ARTE

Herhaling op 2 december
Op dinsdag 27 november heeft de Frans-Duitse cultuurzender ARTE de Dreigroschenoper gepresenteerd met de muziek van Kurt Weill (1900-1950), in de enscenering van André Wilms, zoals die verleden jaar op de planken van het Frankfurter Schauspiel op het programma stond. De televisie-uitzending was een latertje: deze begon om kwart voor elf en eindigde goed twee uur later. Al degenen, die de uitzending hebben gemist, kunnen op zondagochtend 2 december de schade inhalen. De voorstelling wordt dan herhaald tussen 9.50 uur en 12.00 uur.
Deze versie is een kleurrijk schouwspel vol vaart en aan de huidige tijd aangepaste vondsten, die overigens behoedzaam worden ingelast of in plaats van de vroegere tekst worden gesproken. De actualiteit daarvan zal voornamelijk associaties inhouden voor degenen, die goed op de hoogte zijn met het wel en wee van de dagelijkse (politieke) realiteit in de Duitse Bondsrepubliek. Dat doet echter op geen enkele manier afbreuk aan de kwaliteit, die op all fronten overheerst, zowel qua enscenering — die zich letterlijk op drie niveaus, hier en daar tegelijkertijd, afspeelt — alsook in de muzikale omlijsting door het Ensemble Modern, gedirigeerd door Nacho de Paz, die in de orkestbak is gekleed als circuskapelmeester.

Geen echte opera
Een echte opera is dit stuk muziektheater niet ook al draagt het Engelse voorbeeld dat begrip eveneens in de titel — The Beggar's Opera [1] —, maar dat mag de pret niet drukken. Hoewel de schrijver van de Dreigroschenoper en de Dreigroschenroman [2], Bertolt Brecht (1898-1956) en componist Kurt Weill zelf niet wars waren van tegendruk ten aanzien van bestaande tradities, wordt in de huidige versie toch de indruk gewekt dat men in het revue-element — dat hier en daar op de rand van de slapstick balanceert — verder gegaan is dan in de oorspronkelijke versie van 1928, en in de film— met onder meer Ernst Busch — van 1931. Opvallend is dat de verscheurdheid van enkele figuren, met op de eerste plaats Mrs. Peachum (een schitterende rol van Karin Neuhäuser), en de ware gevoeligheden — tegenover veel extraverte emotie — toch hun plaats behouden en ook als zodanig weer opborrelen en voor het voetlicht worden gebracht.

Tal van versies
In de loop van acht decennia zijn diverse ensceneringen de revue gepasseerd, waarvan die in de jaren vijftig — opnieuw met de Weill-weduwe (ze waren zelfs tweemaal gehuwd) Lotte Lenya — reeds kort daarna, met een nogal soap-achtige Johanna von Koczian als Polly Peacum, veelal terecht als al te zoetsappig werd ervaren. Een vergelijking van diverse uitvoeringen is mogelijk: de film uit 1931 is nog beschikbaar, de versie van een halve eeuw geleden werd door CBS op een dubbel-LP uitgebracht [3], en via YouTube kan men nog fragmenten uit de film, uit de versie van 1962 — de Seeräuberjenny-aria door Hildegard Knef (met haar rauw-doorrookte stem) — beluisteren, evenals enkele andere, al dan niet furore gemaakt hebbende presentaties. Ook is er in1971 op het label Joker een Italiaanse plaat uitgebracht waarop Brecht zelf de Moritat [4] van Mackie Messer zing, alsmede Das Lied von der Unzulänglichkeit des Menschen.
En voor degenen, die eventueel wel van de muziek van Kurt Weill houden, maar niets op hebben met Brechts versie van de Driestuiversopera, is er nog altijd de Kleine Dreigroschenmusik — een suite uit de opera, die iets meer dan twintig minuten in beslag neemt.

Tijdloze tegenstellingen
Wolfram Koch als Mackie Messer en de vele andere protagonisten in deze nieuwste versie van de Dreigroschenoper maakt duidelijk dat er in wezen nog niet veel is veranderd. De tegenstelling tussen arm en rijk wordt weer in ijltempo steeds groter, en dat alleen als gevolg van een gering aantal machtigen in politiek en industrie, die, om het nu enigszins algemeen te houden het eigenbelang in de vorm van roem en/of bezit miljoenenvoudig belangrijker achten dan de omstandigheden van een groot deel van de wereldbevolking. Wat in het kader van John Gays bedelaarsopera gold en twee eeuwen later bij het duo Weill/Brecht omtrent sterke tegenstellingen in een (grote) stad, is nu in versterkte mate aan de orde in de tegenstelling tussen het rijke westen en alle andere landen, die tesamen voor het gemak worden aangeduid met Derde Wereld. En dus geldt nu nog even sterk de laatste, gezongen, strofe:

Und die einen sind im Dunkeln

Und die andern sind im Licht
Und man sehet die im Lichte

Die im Dunkeln sieht man nicht.

De opvoering kan dan ook worden gezien als een (nieuwe) aanklacht tegen de manipulaties van veel (Duitse) politici, die zich hebben geprofileerd als huichelende halers, hebbers en houders, hetgeen helaas niet beperkt is gebleven tot de éne partij, die daarvan al te vaak als enige is beschuldigd. Kortom, er is niets nieuws onder de zon. Dat is op zich deprimerend genoeg en hoeft niet uitsluitend te leiden tot loodzware drama's. Dat kunnen geïnteresseerden op de televisiezender ARTE zelf vaststellen als ze kijken naar de Dreigroschenoper.
__________
[1] John Gay (1685-1732), dichter en dramaturg, verwierf vooral bekendheid door zijn Bedelaarsopera, die in 1728 voor het eerst werd opgevoerd.
[2] Brechts Dreigroschenroman uit 1933, verwant met de eerdere Dreigroschenoper, werd ook in het Nederlands uitgebracht: Driestuiversroman, vertaald door Felix van Zijll, als nr. 51/52 van de serie Het Nederlandse Boekengilde van De Nederlandsche Uitgeverij Baarn. In 2005 is het boek opnieuw als 'hardback' uitgegeven door Het Parool.
NB: De titelpagina van de eerste vertaling meldt als voornaam Felix van Zijll; in diverse latere publicaties wordt deze voornaam echter verbasterd tot Felize, en ook vindt men voor dezelfde editie als vertalersnaam P. Liedmeier. Er is dus in ieder geval sprake van één pseudoniem. Als jaartal van deze eerste Nederlandse uitgave wordt 1939 wel consequent vermeld.
[3] In 1982 is deze versie op dubbel-LP opnieuw door CBS in een cassette uitgebracht. Zeker weet ik het niet, maar ik heb horen verluiden dat deze versie later ook nog weer als cd-versie is verspreid.
___________
Afbeeldingen
1. De componist Kurt Weill heeft diverse theaterprojecten met Bertolt Brecht gerealiseerd, zoals Aufstieg und Fall der Stadt Mahogonny (1929) en Die sieben Todsünden (1933).
2. Bertolt Brecht, bij het toneelpubliek in veel delen van de wereld befaamd, doch zijn grootste kracht lag zonder twijfel in zijn lyriek.
3. Lotte Lenya, echtgenote van Kurt Weill was present in de eerste uitvoering van de Dreigroschenoper, in de film van enkele jaren later en in de 'revival' van 1958.
4. Deel van de Italiaanse grammofoonplaathoes met delen uit de Opera di 3 Soldi. Daarop ook Bert Brecht met zijn onafscheidelijke sigaar.
5. Voorzijde van de Nonesuch-LP uit 1974 met daarop o.m. Weills Kleine Dreigroschenmusik.
6. John Gay, de Engelse auteur van The Beggar's Opera, exact twee eeuwen eerder op de planken gebracht dan die van Weill/Brecht.

Geen opmerkingen: