woensdag 30 juni 2010

Josef Suk, Dvořák en Mahler in WDR's Konzert live

In het programma Konzert live van de regionaleDuitse radiozender WDR 3 — uit te zenden op vrijdag 2 juli tussen 20:05 uur en 22:30 uur — staan drie composities gepland in de aflevering die als titel draagt Mahler V — Klänge aus Böhmen und Mähren. [1]
Als eerste is de Boheemse componist Josef Suk (1874-1935) aan de beurt — die tevens violist en muziekpedagoog was en voorts de schoonzoon van de componist Dvořák — met het Scherzo fantastique, opus 25 uit 1903.  Dan treedt violist Christian Tetzlaff op in het Concert voor viool en orkest in a kleinte terts opus 53, gecomponeerd in de jaren 1879-1882 door Antonín Dvořák (1841-1904). De solist wordt begeleid door het Symfonieorkest van de Westdeutsche Rundfunk onder leiding van de Tsjechische dirigent Jakub Hrusa (geboren 1981). Datzelfde ensemble heeft voorafgaand aan dit vioolconcert reeds de compositie van Josef Suk voor de toehoorders tot klinken gebracht. Ook de derde compositie van de concertavond via de ether zal door dat orkest worden gespeeld: de Symfonie nr. 1 — Der Titan — van Gustav Mahler (1860-1911). Over dat laatste werk kunt u op deze site meer lezen in een ellenlang artikel dat is opgenomen op 23 augustus 2006 op de fin de siècle cultuursite All art is quite useless van Rond1900.nl, met als titel Natuurliefde als katharsis — Mahlers Eerste als zelfanalyse.
__________
[1] Meer dan eens is het begrip Böhmen und Mähren in zichzelf respecterende Nederlandse omroepgidsen gepresenteerd als bomen en meren, ook al is Bohemen en Moravië de enig juiste uitdrukking in onze taal.

maandag 21 juni 2010

Leonard Bernstein is thans componist van de week

Uitvoerend musicus en componist
Leonard Bernstein (1918-1990) was een veelzijdig musicus en een ruimdenkend en ruimhartig mens, over wie vele anekdotes de ronde doen. Naast zijn onmiskenbare talenten in het kader van de breed geschakeerde kunstzinnigheid had de man een enorme handicap, juist in het kader van zijn werk: al te veel muziek veranderde onder zijn handen in een 'Hollywood-productie' met flink wat hela-hola elementen. Dat geldt voor de man als dirigent èn als componist. Gelukkig waren er ook nog componisten, en delen uit het oeuvre van andere collega's, de zo'n aanpak best konden hebben, zoals de werken van George Gershwin (1898-1937), en de Ländliche Hochzeit-Sinfonie opus 26 uit 1876 van Karl Goldmark (1830-1915), alsmede enkele van de meest bekende stukken van Aaron Copland (1900-1990). Tijdens de opening van het Holland Festival 1976 trad Bernstein met de New York Philharmonic Orchestra op in de Houtrusthallen te Den Haag, met Gershwin en de Derde Symfonie van Copland. Lenny kwam, zag en overwon, maar een concert van hoog gehalte werd het niet: er kwam maar geen einde aan dat ondraaglijke, totaal overbodige stuk "Syncop(e)land".

Niet echt boeiend
Van de diverse soorten stukken die Bernstein zelf heeft gecomponeerd, is er evenmin nauwelijks iets dat echt zal beklijven, aangezien het meeste al was versleten toen het voor de eerste keer werd uitgevoerd. En de slag met de tand des tijds zal vrijwel al het andere evenmin doorstaan. De vreselijke rimram van zijn drie symfonieën, waarvan de tweede wordt geacht een diep doorleefd-intellectueel gebeuren te zijn — Age of anxiety op tekst van de Engelse dichter Wystan Hugh Auden bevat de slapst denkbare aftreksels van wat Gershwin, Gustav Mahler (1860-1911) en Dmitri Sjostakvitsj (1906-1975) hebben gecomponeerd. En de  omringende werken in hetzelfde genre — de Eerste: Jeremiah,  en de Derde: Kaddish; in memoriam John F. Kennedy — kunnen we hier ook afdoen als larmoyante gruwelkitsch.
En die drie symfonieën werden geschreven door een man die voordien de stellige bewering had gedaan dat er na het gebeuren van Hiroshima/Nagasaki geen symfonie meer zou kunnen worden gecomponeerd.
[1]

West Side Story

Met zijn composities had Bernstein ook niet echt succes, totdat hij met het enige grotere werk uit zijn brein voor het voetlicht kwam: de musical West Side Story, in 1957 op Broadway, in 1961 als speelfilm van Jerome Robbins en Robert Wise, op het brede witte doek, wereldwijd. Niet al te lang daarna meldde de componist in een interview dat hij, terugblikkend, West Side Story : "teveel" Puccini vond.

Radio 4-programma

Peter Bree heeft uit het oeuvre van Leonard Bernstein vijf maal zo'n dertig minuten samengesteld, welke in de avonduren tussen 19:30 uur en 20:00 uur, deze week van maandag 21 tot en met vrijdag 25 juni, zullen worden gepresenteerd via de klassieke zender Radio 4 in het inmiddels klassieke programma Componist van de week.
_________

[1] Zoals er diverse Europese schrijvers zijn geweest die meenden dat er na het gebeuren in 'Auschwitz' geen roman meer geschreven zou kunnen worden, en er vervolgens lustig op los hebben geschreven in dat genre.
__________

Afbeelding: Dirigent en componist Leonard Bernstein in 1971.

zaterdag 19 juni 2010

Cultuurschok door messcherpe cesuur bij BRAVA

Binnen een paar weken nadat ik voor het eerst heb kennisgemaakt met de nieuwe muziekzender BRAVA NL, presenteert deze zich op de wijze van een agressief commercieel instituut. Van de zenders buiten het publieke bestel verwachten we, door ervaringen wijs geworden, niet anders dan schreeuwerigheid en nog veel meer ondraaglijks — de eerste, en best denkbare, reden waarom ik in mijn eigen elektronische publicaties per definitie weiger aandacht aan programma's van dergelijke zenders te besteden, en dit principe eveneens handhaaf op sites die weliswaar van een andere eigenaar zijn, maar die ik redactioneel beheer. Hetzelfde geldt voor alle zenders zodra zij een nagesynchroniseerde versie van een speelfilm of ander cultuurproduct uitzenden. Dat zijn uitingen van degeneratie en die verdienen niet anders dan de meest negatieve bejegening die denkbaar is, aangezien deze uitsluitend bijdragen tot debilisering van degenen die hun tijd verkwisten met dergelijke nonsensicale uitingen. Het zou derhalve wel eens kunnen gebeuren dat onze belangstelling voor die nieuweling op de beeldbuis — de muziekzender BRAVA NL — snel tot nihil blijkt te zijn gereduceerd.

Wagners
Lohengrin

De nagalm van de laatste noten voor de pauze in het muziekdrama Lohengrin (1850) van Richard Wagner (1813-1993) was nog niet weggeëbd of daar werden we reeds geconfronteerd met bewegende beelden van de haven van Stavoren met schepen en het standbeeld van het in de verte starende Vrouwtje aangevuld met muziek op reclame-geluidsniveau — dus veel te lawaaiïg — uit een heel andere periode. Een dergelijke technische slordigheid — of misschien wel bewust zo grof aangebrachte cesuur — veroorzaakt een ware cultuurschok en bewerkstelligt maar één ding: vluchten, ook van de daaraan voorafgaande Wagner-opera, aangezien de erotische lustbeleving — die een goed muziekdrama, zelfs met alle eventueel twijfelachtige elementen, dient te genereren — onmiddellijk was omgeslagen in een conglomeraat van onlustgevoelens over zo'n intens gebrek aan fijngevoeligheid bij de verantwoordelijken van de sedert kort onze beeldbuis in beslag nemende muziekzender BRAVA NL, die in ieder geval nog niet de benaming cultuurzender verdient, zeker niet zolang een vakbekwame castratie het gevolg is van het onvermogen aan die zijde om na te denken over een passende invulling van een Pauze binnen een muziekdrama. 

Passende formule bedenken

Vanzelfsprekend is er een formule denkbaar die recht doet aan het fenomeen Pauze, met daarin (een) passend programma-onderdeel. Men kan op het huiskamerscherm teksten laten verschijnen, een (of enkele) 'still(s)' uit de voorafgaande delen van het muziekdrama — al dan niet aangevuld met een daarbij behorende tekstregel —, of portretten van Wagner eventueel aangevuld met passende teksten, en zo voort. Doch, in ieder geval de eerste 1-2 minuten, zonder geluid.
En waarom worden we opgezadeld met een Engelse ondertiteling? Liever geen ondertiteling dan één in een andere buitenlandse taal dan die waarin de opera wordt gepresenteerd. De betreffende uitvoering, heden, van Lohengrin werd tekstueel zo duidelijk gepresenteerd — want gezongen — dat er hooguit een Nederlandse ondertiteling voor mede-uitzending in aanmerking komt.
Bij BRAVA NL moet men nog veel leren, en — zoals in de meeste gevallen — dat bestaat in eerste instantie uit het afleren van één en ander.

zondag 13 juni 2010

Mezzo-tv: bijkans drie uur Dietrich Ficher-Dieskau

In het avondprogramma van de internationale muziekzender Mezzo-televisie is op maandag 14 juni bijna drie uur ingeruimd voor de bariton Dietrich Fischer-Dieskau (geb. 1925). Vanaf 20:30 uur kunnen we drie films achtereen bekijken: om 20:30 uur wordt de eerste van twee afleveringen uitgezonden van het programma met daarin Dichterliebe, opus 48 van Robert Schumann (1810-1856), met de tekst van zestien gedichten van Heinrich Heine (1797-1856), ontstaan in 1840. Dit opus was opgedragen aan de indertijd fameuze zangeres Wilhelmina Schröder-Devrient (1804-1860).
Exact een uur daarna volgt de — voor Mezzo-tv op dat moment — tweede aflevering van de liederencyclus op gedichten van Wilhelm Müller (1794-1827) Die schöne Müllerin uit 1823 op muziek van Franz Peter Schubert (1797-1828). 
Weer een uur later start Mezzo-televisie een aflevering uit de reeks Klassiek Archief, eveneens over de internationaal vermaarde bariton, die zich in de loop van zijn carrière verder heeft ontwikkeld als dirigent en als eigenaar van een eigen geluidsdragers-label: Orfeo. Doch daarbij zou het niet blijven: eveneens als kunstschilder en musicoloog heeft de man zich doen gelden. En niet te vergeten als auteur van diverse boeken over muziek, componisten en over het Duitse kunstlied.
Het onderdeel van deze televisieavond dat over Robert Schumann gaat, zal, in verband met het feit dat de componist dit jaar twee eeuwen geleden werd geboren, ongetwijfeld nog vele malen door Mezzo-televisie worden herhaald. In ieder geval zal dat gebeuren op dinsdag 22 juni, tussen 17:00 uur en 19:50 uur.
____________ 
Afbeeldingen
1. De bariton Dietrich Fischer-Dieskau, enkele decennia geleden.
2. Voorzijde van het boek van Dietrich Fischer-Dieskau over het Vokalwerk van Robert Schumann, met daarin uitgebreide informatie over Dichterliebe.

vrijdag 11 juni 2010

J.S. Bachs Cellosuites door Jean-Guihen Queyras

In het Zaha Hadid Arcitect Paviljoen
Met de bepaling door derden — dat de zes cellosuites van Johann Sebastian Bach (1685-1750) tot het vornaamste, interessantste en fraaiste behoort dat voor het instrument in kwestie is geschreven, valt zonder tegenspraak te leven. Het is dan ook altijd weer een belevenis van enorme intensiteit als we in staat worden gesteld om te luisteren naar een uitvoering van hoog niveau van deze meesterwerken.

In het kader van het Holland Festival 2010 speelt de internationaal vermaarde cellist Jean-Guihen Queyras (*1967), in Zaha Hadid Architect Paviljoen bij de Westergasfabriek te Amsterdam de eerste vier van die zes suites. Van deze cellist mag, op basis van zijn reputatie, verwacht worden dat hij, naast een fenomenale techniek, een ntense emotionaliteit zal weten over te brengen.

Uitzending van concert via Nederland 2
Vanaf 18:55 uur op zaterdag 12 juni wordt u en ons, via de televisiezender Nederland 2  gedurende een half uur, de  gelegenheid gegeven oor- en ooggetuige te zijn van de vertolking in casu. Dat kan n de NPS-bijdrage die dan wordt uitgezonden als onderdeel van de berichtgeving over het Holland Festival. Op één van de zenders die tot het digitale kader behoren, welke vierentwintig uur per etmaal in de ether zijn, zal binnenkort vast wel een herhaling van dit optreden worden uitgezonden.
__________
Afbeelding: De Franse cellist Jean-Guihen Queyras tijdens een optreden in de stad Nantes in 2009.

NPS-reportage Russische muzikale wonderkinderen

In de NPS-reeks Het uur van de wolf wordt op vrijdag 11 juni, als laatste onderdeel van de programmering op de televisiezender Nederland 2, een nieuwe aflevering uitgezonden vanaf 23:20 uur. Het thema is, evenals zeven jaar geleden, Russische muzikale wonderkinderen. In 2003 werden daarin diverse jonge pianisten geportretteerd. Vanzelfsprekend zijn de kinderen van toen jonge volwassenen geworden.

Een deel van hen staat aan het begin van een briljante carrière, een ander deel van deze voor musicus opgeleiden heeft de stap moeten nemen hun wensen en de daaraan verbonden handelingen en voorbereidingen voor een verdere loopbaan in het aanvankelijk beoogde circuit terzijde te schuiven. Dat is niet alleen een kwestie van persoonlijke ontwikkeling en dientengevolge aanpassing van inzichten, maar hangt evenzeer samen met de veranderingen welke in de Russische samenleving hebben plaatsgegrepen.
De uitzending duurt tot 00:20 uur in de nacht op zaterdag 12 juni. We zullen de reportages binnen niet al te lange tijd ook nog wel eens weer tegenkomen — althans dat hope we — op één van de digitale kanalen van de reeks met het getal 24 achter de naam van de zender.
__________
Afbeelding: Irina Tsjistjakova. (Foto van NPS-programma Het uur de wolf.)

dinsdag 8 juni 2010

NDR Kultur: Hoorspel over pianiste Clara Schumann

De speciale uitzendingen op radio en televisie, via internet of door middel van congressen dan wel andere evenementen en nieuwe literatuur — welke alle zijn gericht op de componist Robert Schumann (1810-1856) die allerwegen wordt herdacht en wiens herdenking naar aanleiding van zijn tweehonderdste geboortedag — zijn in volle hevigheid losgebarsten reeds voordat de dag in kwestie was aangebroken: en dat was gisteren de achtste juni. 
Bij al die, soms het lijkt het wel overmatige, aandacht voor Robert Schumann is het wellicht niet zo verkeerd dat zijn echtgenote Clara Wieck (1819-1896) in het verlengde van al die belangstelling haar deel krijgt. Dat gebeurt op woensdag 9 juni in het hoorspel getiteld Frauenliebe — Männerleben dat zal worden uitgezonden door de regionale Duitse radiozender NDR Kultur. Dat hoorspel is voor het grootste deel gebaseerd op het theaterstuk Clara S. van de Oostenrijkse schrijfster Elfride Jelinek (*1946 Nobelprijs Literatuur 2004), die te boek staat als het enfant terrible van de Oostenrijkse letteren. 
__________
Afbeelding: Schrijfster Elfriede Jelinek.

maandag 7 juni 2010

Muziekzender BRAVA NL vooralsnog een aanwinst

Het recentelijke verschijnen van de muziekzender BRAVA NL op het huiskamerscherm kan  op deze plek vooralsnog met enig enthousiasme worden gemeld. Weliswaar zal er hier en daar nog moeten worden geschaafd, en dat in meer dan één opzicht, maar dat is een normale zaak in de beginfase van welke onderneming dan ook. Als de verantwoordelijken binnen deze muziekzender bereid zijn te luisteren naar opbouwende kritiek — ook als die slechts in elektronischen geschrifte wordt geuit —, kunnen de vereiste aanpassingen tot praktische verbeteringen leiden.

Tegenstemmen
De programmering lijkt in eerste instantie interessant en veelzijdig, en dat is een allereerste vereiste om met enig recht aanspraak te kunnen maken op de kwalificatie 
zinvol alternatief tegenover het notengif van André Rieu

De monsterlijkheid daarvan wordt met onvoorstelbare hoeveelheden door onder meer de 'commerciële' zender binnen het publieke bestel, de TROS, over de menigte uitgestort en het is duidelijk dat te weinig mensen van hun democratische recht gebruik maken zulke componisten- en scheppingen-verachtende notenbardiarree buiten de deur te houden. Met muziek hebben de wanstaltige producten van die afstotelijke — fiedeldomdeine-fiedeldomdomme, nachtmerries genererende, alles en iedereen plat walsende, doch zichzelf als waarachtig musicus beschouwende — kermisklant van internationale podia en elektronische media in het geheel niets te maken, doch uitsluitend met rinkelende kassa's en met een wel heel stuitende vorm van culturele deformatie.

Naturel
Vanzelfsprekend denk ik niet dat de initiatoren van BRAVA tot hun stichting zijn gekomen op basis van filantropische overwegingen, doch dat is geheel legitiem. De inleidende woorden van dirigent Jan Willem de Vriend maakten, mede door het ietwat hakkelende erin, een spontane indruk, hetgeen zou kunnen betekenen dat een naturel bij BRAVA niet buiten de deur wordt gehouden. Dat zou pure winst kunnen betekenen.
Inmiddels heb ik, gedurende de beide laatste dagen, een redelijk aantal uren besteed aan BRAVA, om eens te zien hoe veelzijdig de programmering in deze beginperiode is. Dat lijkt, mede gelet op deze beginfase, vooralsnog geslaagd. Variërend van de h-Moll Messe van Papa Bach, uitgevoerd in de Leizpiger Thomaskirche onder leiding van Herbert Blomstedt, tot en met een concert door het symfonieorkest van Luxemburg met slagwerkster Evelyn Gennie vanuit het Théâtre de Ville in die stad — dat er van binnen nog net zo uitzag als in de tijd dat ik er een keer of vier per week theater- en muziekvoorstellingen heb bezocht: in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen het Nouveau Théâtre heette. Het orkest bezat in die tijd de status van middelgroot ensemble, doch de acht contrabassen op het podium wezen op een aangepaste status, hetgeen vast en zeker te maken heeft met de vele uitbreidingen op tal van internationale werkterreinen van de hoofdstad van het gelijknamige kleinste land der Benelux, en al die beter betaalde werkenden binnen dergelijke zakelijke en (semi)politieke organisaties wensen nu eenmaal meer cultuur dan gemiddeld. Of die wens behoort bij de status of bij de persoonlijkheid wordt niet altijd even snel duidelijk. In het gunstigste geval wast de ene hand de andere.

Aanpassingen
Om een niveau te vermijden dat al te gladjes is en veelvuldig is gekwalificeerd als vertrossing, of al snel af te glijden tot een zender met klassieke arbeidsvitaminen, moet in de leiding van het nieuwe instituut het besef postvatten dat het in eerste instantie de vijftig plussers in de categorie liefhebbers zullen zijn die op de zender afstemmen. Aangezien die groepering de komende decennia alleen maar zal groeien, is een potentieel grote kijkersgroep een absoluut gegeven. Het hangt echter af van de definitieve invulling van de programmering: hoe aantrekkelijk en tegelijkertijd vernieuwend zo'n aanbod is. Opera's, symfonieën, soloconcerten  en verdere mogelijkheden uit het standaardrepertoire zijn vanzelfsprekend zeer welkom zolang deze worden aangevuld met prikkelende alternatieven.
Gisteren was dat met het concert van het bovengenoemde Luxemburgse orkest zeker het geval: een concert voor kleine trom en orkest, een zes minuten durende marimbasolo en een Vivaldi-bewerking, ingebed tussen twee Beethoven-werken uit het ijzeren repertoire boden in ieder geval de verwachting dat de bazen van BRAVA ruimdenkend zouden kunnen zijn ten aanzien van de keuze uit een, ongetwijfeld enorm, aanbod.

Te abrupte cesuur
Het is echter geen goede zaak als het slotakkoord van een werk door welk ensemble dan ook, zonder duidelijke cesuur overgaat in een deel uit een Beethoven-symfonie door een ander ensemble, echter zonder dat dit op het scherm met name wordt genoemd. De oudgedienden herkennen Claudio Abbado wel en menigeen zal ook kunnen weten in welke zaal het optreden plaats had, maar zo wordt het te zeer preken voor eigen parochie, en dat is allesbehalve vernieuwend. Mocht dit de invulling moeten voorstellen van een verloren kwartiertje, dan doet men er beter aan in plaats van dergelijke vluchtigheid enige berichten op het scherm te laten verschijnen, desnoods in een herhaling. Men zou zulks kunnen aanvullen met muziek-anekdoten of teksten die het bijzondere van een bepaalde datum onderstrepen.
Dat daarbij nadrukkelijk dient te worden gelet op het taalgebruik, is een andere eerste vereiste. Helaas onderscheidt BRAVA zich daarin nog niet van andere nieuwelingen — en evenmin van zoveel lang bestaande zendgemachtigden — bij welke een fatsoenlijke omgang met het Nederlands in woord en geschrift op een al te laag pitje staat.
Het is afhankelijk van de bereidheid van de zender in kwestie, of wij zullen worden voorzien van de vereiste persinfo om tijdig en duidelijk op de hoogte te zijn van eventuele bijzondere programmaonderdelen, en daarover de lezers van deze site vooraf adequaat te kunnen informeren.

(wordt eventueel vervolgd)

donderdag 3 juni 2010

Beethovens Tweede Symfonie eens geheel anders

Eigen bewerkingen
Met enige regelmaat presenteert de klassieke muziekzender Mezzo-televisie alle symfonieën van Ludwig van Beethoven (1770-1827), gespeeld door de Berliner Philharmoniker onder leiding van Claudio Abbado. Die cyclus wordt meestal opgesplitst in enkele onderdelen, waardoor de belangstellende luisteraar binnen enkele dagen — meestal zijn dat drie etmalen, respectievelijk goed achteenveertig uur — al die negen symfonieën kan consumeren.
Hedenavond, donderdag 3 juni, kunt u, in het programma Vesper — dat vanaf 18:05 uur wordt voorgesteld door de regionale radiozender WDR 3 — eveneens luisteren naar een uitvoering van de Tweede Symfonie in D-groot, opus 36 van deze Weense grootmeester, uit te voeren door Capella Coloniensis onder leiding van Sigiswald Kuijken.

Alternatieve versie

Dat biedt ons hier een geschikte gelegenheid u te wijzen op het bestaan van alternatieve versies van die Tweede Symfonie. Eén daarvan is door de Van Swieten Society op cd gezet, en daardoor vaker dan alleen tijdens een concert te beluisteren: een arrangement van deze symfonie voor pianotrio, door Beethoven zelf gerealiseerd, en dat is een verrassende aanwinst.
De aanleiding voor dergelijke bewerkingen, die niet alleen Beethoven, maar eveneens tal van zijn voorgangers en tijdgenoten hebben gemaakt — en die later in groten getale door Franz Liszt (1811-1886) aan de wereld werden geschonken — hebben een geheel eigen, tweeledige geschiedenis. Ten eerste bestond er in die tijd geen auteurswet zoals wij die kennen, en dat betekende in de praktijk dat ieder ander een bewerking kon maken van een nieuw muziekstuk, om het in dit kader te beperken tot de toonkunst. Op het moment echter dat er (een) bewerking(en) van de componist zelf bestond(en), was het voor een andere partij niet meer zo interessant. Het tweede spoor, dat eveneens een grote rol speelde, is dat in de achttiende en negentiende eeuw de vrije tijd anders werd doorgebracht dan heden ten dage het geval is, en er verhoudingsgewijs zeer veel aan huismuziek werd gedaan. Die componisten schreven hun muziek met de bedoeling de partijen te verkopen aan mensen die thuis zelf speelden om de lange avonden te doden of hun hart aan dit onderdeel van de kunst op te halen.

Altijd weer nieuw

De vraag die zich daarbij voordoet — eigenlijk slechts in de marge, want iedere uitvoering is altijd weer nieuw —, is: hoe spontaan kun je nog een bewerking op je laten afkomen van een muziekstuk waarmee je —  zoals in mijn geval in de loop van een kleine zes decennia — vertrouwd bent geraakt. Je meent immers te weten wat er komt. Dat blijkt echter behoorlijk relatief te zijn, aangezien je, bij een uitvoering door een orkest niet denkt aan de omzetting naar een kleiner ensemble. Andersom — en daarover gaat het hier — word je nu toch weer verrast door de stemmen, die je, eventueel volkomen onbewust, hebt opgeslagen en die in wezen 'meespelen' met de uitvoering door zo'n trio. Dan dringt het besef door dat deze 'zelfde' muziek een geheel andere is, die de wens naar meer van dergelijke bewerkingen zou kunnen doen toenemen. In het geval van Ludwig van Beethoven bestaat die mogelijkheid, aangezien hij al die symfonieën heeft gearrangeerd voor deze bezetting, maar niet alleen dat: tevens voor piano solo en voor piano vierhandig. En als je dat dan ook nog eens in een zetting kunt horen, die redelijk overeenkomt met die in de tijd van toen, kom je tot de conclusie dat er nog veel onontgonnen terrein op verdere 'bewerking' en uitwerking, en vervolgens op ontdekking door de muziekliefhebber, tijdens live-uitvoeringen en later op geluidsdrager, ligt te wachten.



Blijvende (sub)dominant

Een aangename bijkomstigheid is dat je in die trioversie ook kunt horen dat Johannes Brahms (1833-1897) in diverse onderdelen van zijn — niet zelden met zinderende hartstocht gepresenteerde — kamermuziek, zo intens veel van de grootmeester met zijn dikke schedel en zijn titanen-wezen heeft geleerd en in praktijk gebracht.
Dat rechtvaardigt, bij herhaling, de conclusie dat Brahms en al die andere muziekmeesters, zonder Beethoven— en voorgangers — nooit zo hadden kunnen componeren als ze hebben gedaan. 
__________
BEETHOVEN'S BEETHOVEN — Van Swieten Society.
1. Symfonie nr. 2 in D, opus 36, door de componist persoonlijk gearrangeerd voor piano trio.
2. Kwintet voor piano en blazers, in een arrangement van Beethoven zelf voor pianokwartet.
Igor Rukhadze en Franc Polman, viool; Bernadette Verhagen, altviool, Job ter Haar, cello; Bart van Oort, fortepiano (Walter-kopie, door Chris Moore, uit 2000)
.

QUINTONE-cd Q 08003; ISBN 978-90-78740-07-0.
____________
Afbeeldingen
1. De Titaan onder de grootmeesters der 18/19de eeuwse muziek: Ludwig van Beethoven. Sculptuur van Max Klinger.
2. Beethovens Fortepiano.
3. Voorzijde van de hoes en van het tekstboekje van de cd met de werken in kwestie.