Gea Passies – sopraan; Janine Nijmeijer – mezzo-sopraan
De vier musici die u hierboven ziet afgebeeld, geven samen een Concert Con Pasiones, op zondag 20 april 's middags om 15:00 uur in de Grote Kerk van Emmen. Bijzonderheid is dat niet alleen de toegangsprijs laag is gehouden met € 8,—, maar dat kinderen gratis het rijk geschakeerde programma — met zang, begeleid en a capella
alsmede pianostukken uit ruim twee eeuwen — tot lering ende vermaak mogen bijwonen. Als dat geen goede manier is van een relatief gezien niet al te voorjaarsachtige zondagmiddag door te brengen. . . . .
Grote variatie
Het concert bestaat uit vijftien onderdelen, zeven voor de pauze, acht in de tweede helft.
Er staat werk van in totaal zeven componisten op het programm, van wie de eerstgeborene Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) heet, en de laatst overledene de Hongaar Lajos Bárdos (1899-1986) is. De overige vijf namen zijn Franz Schubert (1797-1828) — die met zes stukken op het programma voorkomt — en Felix Mendelssohn (1809-1847), beiden uit het Duitstalige cultuurgebied, en bij wie de voortreffelijke twee Spanjaarden in dit gezelschap niet misstaan: Enrique Granados (1867-1916) en Manuel de Falla (1876-1946). Voor en na de pauze komt de naam Kurt Weill (1900-1950) voor, die gedurende de eerste decennia van zijn werkzame periode tot de Duitse cultuur behoorde, maar die vervolgens in het verre Amerika verder werkte en daar geheel andere wegen is ingeslagen. Van hem hebben pianist Johanan Havinga en sopraan Gea Passies samen al enige tijd werken ten gehore gebracht, en tijdens de rest van het jaar zullen zij dit nog diverse keren doen.
Doordachte opbouw
Het programma is zeer goed doordacht opgebouwd. Niet alleen is gezorgd voor variatie in het programma en de combinaties van uitvoerenden, maar ook zijn alle stukken kort, en dat is mede met het oog op aanwezige kinderen altijd opnieuw een verstandige aanpak.
Bovendien zal zangeres Gea Passies, daar waar nodig of gewenst, wel enkele toelichtende zinnen willen bijdragen.
Gevieren beginnen de vocalisten en de hen begeleidende klavierspeler met een drietal begeleide liederen van Mozart, dan volgt één lied voor bariton Gute Nacht, uit Schuberts Winterreise. Mendelssohn is vertegenwoordigd met twee liederen: één volkslied op een tekst van de Schotse dichter Robert Burns (1759-1796), die zijn poëzie in het Engelse Schots schreef; het tweede is een bekende tekst van de weliswaar door en door Duitse, maar uit zijn geboorteland helaas weggepeste, echter in Parijs een heenkomen gevonden hebbende en aldaar overleden, Heinrich Heine (1797-1856).
Franz Schubert
Franz Schubert
Bijna de helft van de stukken die de klassieke groep mee naar Emmen neemt, is van Franz Peter Schubert, en uit één daarvan, de Elfde Sonate in bes klein, wordt voor de pauze door Johanan Havinga het Molto Moderato gespeeld.
Daarna is Kurt Weill aan de beurt met twee liederen van Bertolt Brecht (1898-1956) uit de Dreigroschenoper. Gea zingt ze, Johanan begeleidt ze. Het laatste stuk voor de pauze is weer van Schubert: een Nederlandse versie van Nur wer die Sehnsucht kennt, en dat is in de vertaling van Ineke Schlaman Hij die de heimwee kent. Johanan begeleidt opnieuw, maar aan de zijde van Gea schaart zich nu de bariton Reynold Blom.
Ook de eerste twee stukken na de pauze stammen uit de koker van hetzelfde muzikale Weense genie dat niet alleen een armoedig, maar ook nog eens uitermate ongelukkig leven heeft geleid. Niet slechts vanwege liefdesperikelen in de emotionele sfeer, maar tevens door de gevolgen van het met de "aids van anno dazumal" besmette lichaam dat daarvoor met kwikzilver werd behandeld en in ijltempo een enerzijds ongenadig einde tegemoet ging, anderzijds de dood als een bevrijdende instantie moet hebben zien naderen.
Eerst begeleidt Johanan de sopraan en de bariton in hun vertolking van Licht en Liefde, eveneens een vertaling van Ineke Schlaman van Licht und Liebe. Daarna zingt Reynold Blom nog twee liederen op teksten van Wilhelm Müller (1794-1827) uit Die Winterreise: Die Krähe en Der Leiermann. [1] De laatste bijdrage van Schubert is het resterende gedeelte uit de eerder genoemde Sonate nr. 11 voor pianosolo.
Spaanse grootheden
Voordat Manuel de Falla met een lied aan de beurt komt, treedt zijn landgenoot Enrique Granados met eenzelfde kunstuiting voor het voetlicht in de gestalte van de mezzo Janine Nijmijer, begeleid door de pedalen- en toetsenman van die middag en van zovele andere, eerdere en komende, dagdelen van toen en later. Mendelssohn biedt soelaas voor twee andere combinaties van uitvoerenden. Allereerst klinkt het Abschiedslied der Zugvögel voor de twee vrouwenstemmen, ook nu weer begeleid aan de piano, en die Johanan is derhalve simpelweg een onmisbare factor, want als de bariton en Gea Passies samen Wasserfahrt van dezelfde componist zingen, is de steun en toeverlaat voor de vocalisten nog steeds op zijn post. [2]
Ter afsluiting
Als Kurt Weill weer aan de beurt is, maar nu met twee liederen uit zijn latere, Amerikaanse periode — The Princess of Pure Delight en
Tchaikovsky — is instrumentale ondersteuning van de man met zijn onmiskenbare pianistenhanden nogmaals vereist, maar voor de afsluiting van het muzikale gebeuren met kleine werken, in kleine bezetting, maar met grote kwaliteiten in de Grote Kerk, mag Johanan zijn vingers even rust gunnen, omdat er dan een beroep op zijn stembanden wordt gedaan voor een door alle vier aanwezige musici a capella te zingen lied van de Hongaarse muzikale duizendpoot Lajos Bárdos [3] op een tekst uit 1921 van Miklós Markus.
Veelal wil men z'n laatste nummer nog wel eens laten meezingen door het aanwezige publiek. Gevreesd moet worden dat niet een al te groot percentage van de aanwezigen het Hongaars zodanig beheerst dat er ook nog eens verstaanbaar kan worden meegezongen. Mocht het helpen — in het Hongaars is één aspect wel heel makkelijk te onthouden: de klemtoon valt altijd op de eerste lettergreep.
Veelal wil men z'n laatste nummer nog wel eens laten meezingen door het aanwezige publiek. Gevreesd moet worden dat niet een al te groot percentage van de aanwezigen het Hongaars zodanig beheerst dat er ook nog eens verstaanbaar kan worden meegezongen. Mocht het helpen — in het Hongaars is één aspect wel heel makkelijk te onthouden: de klemtoon valt altijd op de eerste lettergreep.
[1] Klarinettist Yuri Honing en pianiste Nora Mulder hebben niet zo lang geleden een alternatieve Winterreise gecreëerd. Zie daartoe ons artikel van woensdag 7 november op onze moedersite Cultuurtempel.
[2] In sommige versies van de bundeling Texte deutscher Lieder komen de beide teksten niet voor, en daarom hier nog even de nodige aanvulling: Abschiedslied der Zugvögel (opus 63 nr. 2) is in 1845 gecomponeerd op een lied van August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798-1874). Wasserfahrt (opus 77) werd geschreven in 1838, op een gedicht van Heinrich Heine.
[3] Veel bekendheid geniet deze Lajos Bárdos in het westen, en zeker in Nederland niet, maar hij mag zeker worden gezien als een componist die in de voetsporen van Bartók en Kodály is getreden en daar succes mee heeft gehad. Die laatste is tevens zijn leermeester geweest. Nog tijdens zijn leven is er in Hongarije een jaarlijks muziekfestival gecreëerd dat zijn naam draagt.
____________Afbeeldingen
1. Wolfgang Amadeus Mozart. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1983. Archief Heinz Wallisch.
2. De vier musici die zondag optreden in de Grote Kerk van Emmen.
3. Manuel de Falla, tekening uit 1998 door Tonny Groenhuysen, Buitenpost. Collectie Heinz Wallisch.
4. De Schotse dichter Robert Burns, in 1787 geschilderd door Alexander Nasmyth (1758-1840).
5. Handtekening van Franz Schubert.
6. De 'volksdichter' Wilhelm Müller.
7. Felix Mendelssohn-Bartholdy, tekening uit 1984 in Oost-Indische inkt, door Jarko Aikens. Collectie Heinz Wallisch.
8. Lajos Bárdos.
9. Heinrich Heine, geschilderd in 1831 door Moritz Daniel Oppenheim (1800-1882).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten