dinsdag 8 april 2008

George Gershwins Pianoconcert in een opname uit 2005 maandagavond in NPS Klassiek — Nederland 2

Afwijzingen
De pianist Arthur Rubinstein vond dat hij slechte muziek heeft geschreven, en de componist Bohuslav Martinů heeft in 1928 geweigerd om hem als student aan te nemen, hoewel de afgewezene reeds enkele van zijn pièces de résistance had geschreven. Te veel concertgidsen en even zulke handleidingen negeren hem ook nu nog altijd, en dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat George Gershwin zijn hele muziekleven lang heeft moeten balanceren op het breukvlak tussen amusementsmuziek en het ernstige genre. Vele muziekliefhebbers hebben hem in de loop van de twintigste eeuw niet serieus genomen of hem klakkeloos ingedeeld bij degenen, die zij als muziekmakers van een lager allooi beschouwden: Johann Strauss, Franz von Suppé en soortgenoten. Volstrekt ten onrechte!

Elementen uit de jazz
Hoewel George Gershwin nooit specifieke jazz heeft gecomponeerd, heeft hij voor zijn geheel eigen idioom wel degelijk belangrijke elementen uit de jazz geïncorporeerd en tevens verbonden met eigentijdse symfoniche structuren, waardoor er een geheel nieuwe, tamelijk zeldzame soort muziek is ontstaan: de symfonische jazz. In die sfeer heeft Gershwin weliswaar weinig geschreven, maar dat weinige heeft toch zoveel aandacht en waardering weten te genereren dat het ook tachtig jaar na ontstaan nog steeds wordt opgenomen in de programmering van vrijwel alle symfonieorkesten ter wereld.

Piano en orkest
De Rhapsodie in blue — voor piano en orkest — is in 1924 ontstaan, en zeven jaar later zag de heel wat minder bekende Second Rhapsody voor dezelfde bezetting het licht der wereld. Binnen de geschiedenis van de Amerikaanse muziek zijn niet, dan wel nauwelijks, parallellen te vinden voor zover dat het succes betreft dat de Blauwe Rapsodie ten deel gevallen is. Nog in het jaar van ontstaan heeft Gershwin van dirigent Walter Damrosch (1862-1950) en de New York Symphony de opdracht gekregen een pianoconcert te schrijven. Dat werd het Concerto in F, dat door de componist zelf in première werd gegeven onder Damrosch' leiding op 3 december 1925. De Europese première volgde op 9 mei 1926 in Parijs. In de reeks serieuze composities van Gershwin staat het op de tweede plaats, direct na de Rhapsody. Het is zonder twijfel het meest gespeelde concert van een Amerikaanse componist.

Top Vijftig van de Twintigste Eeuw
In 1930 heeft de van oorsprong Russische dirigent Abert Coates (1882-1953) een lijst samengesteld van de vijftig meest vooraanstaande composities van de twintigste eeuw. Daarop komt maar één werk voor van een Amerikaan: Gershwins Concerto in F. Na dit pianoconcert heeft Gershwin nog een aantal andere stukken voor orkest gecomponeerd. Naast de reeds genoemde zijn dat An Americn in Paris (1928), de Cuban Overture (1932), de Variations on I got Rhythm (1934, eveneens voor piano en orkest), en de opera Porgy and Bess (1935). In I got Rhythm heeft de componist eigen schlagermelodieën verwerkt.
Op het Concerto in F werd later een ballet geconcipieerd dat in maart 1969 in de Wiener Volksoper voor het eerst werd uitgevoerd.

Concerto in F (1925)
Het werk heeft drie delen met een veelvuldige wisseling van stemmingen. Het eerste deel wordt gekenmerkt door snel opeenvolgende wisselingen in tempo, waardoor een ietwat improvisatorische indruk ontstaat, maar dat is nu juist typerend voor deze componist.
Het tweede deel zet in met hoornklanken die overgaan in een wat verdroomde, door klarinetten en gesordineerde trompetten begeleide melodie. Het voornaamste muzikale gebeuren wordt echter bepaald door het solo-instrument. De cadans van de piano wordt door de strijkers breed uitgewerkt tot een koraalmelodie. Volgens Damrosch geeft het tweede deel "in zijn dromerige stemming" de impressie "van één van onze zuidelijke staten."
De finale is een rondo met remininscenties aan de beide voorafgaande delen: ritmisch gepunteerd in tweekwartsmaat met een virtuoze solopartij. Na een langzame climax komt het paukenmotief uit de inleiding opnieuw aan bod, voordat het concert besluit.

Voor eigen gebruik
Kenners hebben erop gewezen dat het duidelijk is dat deze solopartij helemaal voor het eigen pianistisch kunnen van de componist is geschreven. Zijn kennis van het instrument was dan ook enorm. Vanaf zijn kinderjaren had hij in cafés en later als koorrepetitor een enorme ervaring opgedaan.
__________

Gershwins Pianoconcert zal op maandag 14 april de ether in worden geslingerd door de televisiezender Nederland 2 in het kader van het programma NPS Klassiek, tussen 23:40 uur en — dan is het inmiddels dinsdag de 15de — 00:20 uur. De uitvoerenden zijn Marc-André Hamelin, piano, begeleid door het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Leonard Slatkin.
Het betreft de opname van een gedeelte van de ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw van 15 januari 2005.
____________
Afbeeldingen
1. George Gershwin, tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984 (Archief Heinz Wallisch).
2. Dirigent Walter Damrosch in 1923.
3. Albert Coates: foto met opdracht uit mei 1929.
4. De Canadese pianist en componist Marc-Andre Hamelin geb. 1961).

1 opmerking:

Ludo Geloen zei

Mooi artikel, het Concerto in F werd gisterenavond ook gebracht op Klara.