Componist van de week
Terwijl Gustav Mahler van maandag 27 tot en met vrijdag 31 oktober op BBC Radio 3 als Composer of the Week fungeert — met elke dag een uitzending van een uur, welke in de latere avonduren ook nog eens wordt herhaald —, moet de uitverkoren componist van de week op Radio 4 in ons land het doen met steeds één half uur, vroeg in de avond: tussen 19:30 uur en 20:00 uur. De komende week is de beurt aan Nicolò Paganini, de duivelskunstenaar op haren en snaren.
Strijk- en tokkelvirtuoos
De beroemdste van alle virtuozen op snaren en strijkstok was — en is nog altijd — Nicolò Paganini. Als van geen ander gold zijn techniek van dubbelgrepen, staccato, flageoletten en het pizzicato van de linkerhand als duivelskunst. Dat hij al heel jong — negen jaar oud — voor het eerst een optreden had verzorgd, heeft die faam alleen maar versterkt.
Paganini werd op 27 februari 1782 in Genua geboren; al heel jong kreeg hij mandolineles. Zijn eerste vioollessen zou hij iets later krijgen van de dirigent en operacomponist Francesco Gnecco (ca. 1769-1810) te Genua. Die studie zou hij afronden bij Alessadro Rolla (1757-1841) in Parma.
Nog maar elf jaar oud verliet Nicolò zijn ouderlijk huis teneinde in Noord-Italiaanse plaatsen solistisch op te treden. In 1804 keerde hij naar Genua terug en in het jaar daarop kreeg hij een aanstelling als soloviolist en kapelmeester te Luca, bij vorstin Elisa Bacchiocchi (1777-1820), de zuster van Napoleon, met wie hij tegelijkertijd in het vriendschappelijke vlak betrekkingen heeft onderhouden. Toen deze vrouwe in 1809 ook nog groothertogin werd van Toscane en om die reden naar Florence verhuisde, kwam er een einde aan het dienstverband en is Paganini op een grote concerttournee door geheel Europa gegaan. Met name in Wenen en in Duitsland, in Parijs en Engeland, Ierland en Schotland trad hij met overweldigend succes — voor zeer exclusieve honoraria — op.
Om gezondheidsredenen moest hij zich later in het milde klimaat van Zuid-Frankrijk terugtrekken. De laatste winter van zijn leven bracht Paganini in Nice door, waar hij op 27 mei 1840 overleed. Hij liet een aanzienlijk vermogen in geld na en eveneens een aantal uitermate kostbare Stradivari-strijkinstrumenten. Zijn lievelingsviool was een Guarneri-del-Gesù, die hij aan zijn geboortestad Genua heeft vermaakt. Eens per jaar krijgt één van de beroemdste vioolvirtuozen toestemming om ter ere van wijlen de grootmeester dit instrument te bespelen.
Composities
Paganini heeft al zijn composities voor viool uitsluitend voor eigen gebruik geschreven, en hij waakte er dan ook zeer nadrukkelijk voor dat niemand deze te zien kreeg. Solopartijen en orkestpartijen werden dan ook altijd afzonderlijk geschreven. Hij presteerde het zelfs om tijdens een generale repetitie tegen de overige musici te zeggen "En zo voort, en zo voort", opdat dezen nog weinig over de solopartij wisten en derhalve 's avonds tijdens het concert ook nog een verrassing kregen.
Tijdens Paganini's leven zijn alleen de 24 Capricci per Violino Solo, opus 1 in druk verschenen. Van de zes Vioolconcerten zijn de nummers 4 en 6 pas geruime tijd na zijn verscheiden aan het licht gekomen. De muzikale waarde daarvan is echter relatief gering. Daarentegen bieden deze wel in ruime mate de mogelijkheid om dit éne aspect van het virtuozendom tot volle ontplooiing te brengen.
De composities voor gitaar, die Paganini heeft geschreven, bewijzen dat hij ondanks die kanttekeningen wel degelijk een musicus in hart en nieren was, want daarin klinkt heel wat meer door dan alleen virtuositeit in die ene betekenis. Hij componeerde zes Sonates voor dat instrument, voorts zes Sonates voor gitaar en viool, 60 Variaties voor viool en gitaar en ook nog veel kamermuziek voor een andere bezetting.
Stilistisch gezien behoort dat alles tot de bloeiendste periode van de Romantiek. Nicolò Paganini's opus 1 kan worden beschouwd als een Hogeschool voor de Violistiek. Robert Schumann, Franz Liszt en Boris Blacher (1903-1975) hebben deze capriccio's hetzij bewerkt, dan wel thema's daaruit gevarieerd.
____________
Afbeeldingen
1. Nicolò Paganini, getekend door Jarko Aikens, Groningen, 1985. Archief Heinz Wallisch.
2. Elisa Bacchiocchi, geboren Bonaparte, samen met haar dochtertje Elisa Napoleona. Schilderij uit 1810 van François Gérard (1770-1837).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten