Lucas Wiegerink (Foto: Daan Masseur) |
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat een jonge componist korte tijd in hevige mate het middelpunt van de aandacht vormt doordat hij ─ en dat is tegenwoordig gelukkig niet alleen maar meer hij ─ een opdrachtwerk schrijft voor een muziek-instituut; een compositie die echter niet zelden heel snel na de laatste uitvoering in een reeks vergeten is, en met dat werk, min of meer, de componist zelf. Dat is zeker gebeurd met het gros van de composities die in opdracht van het Nederlands Studenten Orkest en tevens met die van het Nederlands Studenten Kamer Orkest werden geschreven.
Een enkele keer ─ en dan is er sprake van een geluksmoment ─ gaat zo'n compositie toch een eigen leven leiden. Met Blazing a Trail van Lucas Wiegerink moet dat zonder meer gebeuren, omdat we met het resultaat van de aan hem verstrekte opdracht in zo'n moment van groot geluk zijn aangeland. En juist doordat we weten dat de meeste werken die in dat kader aan de muziekbibliotheken worden toegevoegd, het niet verdienen om lang bij stil te staan en veelal niet meer voorstellen dan a blazing trial, dienen we uiterst zorgvuldig om te gaan met die stukken welke repertoire dienen te houden, en Blazing a Trail is zo'n werk dat gekoesterd dient te worden en voor ons muziekleven in progressie moet kunnen blijven functioneren.
Blazing a Trail
Definitief gevestigd is die jonge Nederlander Lucas Wiegerink nog niet, al is hij aan diverse open oren evenmin voorbij gesuisd. Zijn compositie voor het NESKO is gisteravond in de kleine zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort te Groningen in première gegaan, als onderdeel van de aldaar startende tournee van dat uit vijfenveertig musici bestaande ensemble[1].
Van de eerste tot de laatste noot weet Blazing a Trail de luisteraar te boeien en de muzikale boog gespannen te houden. Een harp, centraal in het orkest geplaatst voor de lessenaar van de dirigent, effent ─ in samenspel met enig slagwerk, waarvan de harp in wezen ook deel uitmaakt ─ de weg voor andere instrumenten die solistisch worden ingezet, en voor secties van het ensemble en voor het orkest als geheel. Zoals de harp erin slaagt het einddoel als rustpunt te bereiken, zo heeft Lucas Wiegerink zijn eigen weg gebaand binnen de geboden mogelijkheden van een kamerorkest als het NESKO.
Vanaf het eerste contact dat harpiste Maria Pozdnyakova maakt met de snaren van haar instrument, zit de toehoorder middenin het gebeuren. Dat is niet alleen een combinatie van de intellectuele benadering van de materie ─ die Lucas Wiegerink zonder twijfel mede door Louis Andriessen voor zijn 'instrumentenkoffer' is aangereikt ─, maar tegelijkertijd van de emotioneel zeer diep gewortelde wens tot het creëren van een eigen ontwikkeling: Blazing a Trail.
Originaliteit en eclecticisme
Wat dat werk van Lucas Wiegerink zo bijzonder maakt, is dat het resultaat van die combinatie van gevoel en verstand meer is dan de som der delen, en dat is precies wat goede muziek ─ respectievelijk een goede interpretatie daarvan ─ kenmerkt: een element buiten al het grijpbare, dat alle kunst verheft boven het alledaagse, maar het meeste nog in de muziek, die de meest onbeschrijfelijke aller kunsten is en blijft.
Het is dan ook, in wezen, onbegonnen werk om zelfs maar te proberen daarover op deze plek iets te melden, behalve dan nog dat Lucas Wiegerink een ─ overigens niet alleen maar ─ eclectisch meesterstuk heeft afgeleverd, waarin enkele grootmeesters der toonkunst uit de twintigste eeuw terug te vinden zijn: Edgard Varèse (1883-1965), Matthijs Vermeulen (1888-1967) en voornoemde telg uit het roemrijke Nederlandse geslacht Andriessen.
Harmen Cnossen (Foto: Pepijn Zoon) |
En omdat meesterstukken nu eenmaal niet ergens in een lade voor het nageslacht onbereikbaar mogen blijven ─ en Blazing a Trail nog diverse malen op tal van daarvoor geschikte podia hoort te klinken ─, zou het niet verkeerd zijn om het in Groningen, en tot ver daarbuiten, opnieuw uit te voeren, en dan, onder meer, door het aldaar gevestigde ensemble: het Noord Nederlands Orkest, dat het in de programmering zou moeten opnemen. Dan zou het, in overleg met de componist, eventueel in een grotere bezetting (verdubbeling van de diverse partijen), kunnen worden gespeeld, al is en blijft het een oorspronkelijk werk voor kamerorkest, doch ook in die vorm kan het in de programmering van een groot symfonieorkest een rol spelen.
In de kleine zaal van De Oosterpoort in Groningen zaten zo'n 150 luisteraars tegenover vijfenveertig musici. Onder hen een oud-musicus van dat orkest in Groningen: een heel directe collega van NESKO-dirigent Harmen Cnossen, die ruim een decennium geleden paukenist van het NNO was [2]. Die voormalige NNO-slagwerker was eveneens zeer opgetogen over Blazing a Trail: hij maakt nu deel uit van de artistieke commissie van dat orkest, en hij zal het zijne doen om te trachten de door Lucas Wiegerink ingeslagen weg in onze contreien enigszins te effenen.
__________
[1] Tot en met zondag 17 april is het NESKO nog in vijf steden van ons land te beluisteren:
woensdag 13 april in de Marekerk te Leiden
donderdag 14 april in de Sint Janskerk te Maastricht
vrijdag 15 april in De Lindenberg te Nijmegen
zaterdag 16 april in de Geertekerk te Utrecht
zondag 17 april in de Beurs van Berlage te Amsterdam
[2] In die functie is Harmen Cnossen (toen nog Uilkens Cnossen) te zien in de Geïllustreerde Muziekinstrumenten Encyclopedie, die ik, samen met Bert Oling, in 2003 heb gepubliceerd en die sedertdien in acht talen verspreid over Europa en de VS is uitgekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten