Léonin en Pérotin
Eerder deze maand wezen we reeds op het bestaan van The early music show op BBC Radio 3. In het kader van de aflevering komende zaterdagmiddag tussen 14:00 uur en 15:00 uur (onze tijd!) met als thema de Versailles and Paris month, meldt één der slordige omroeppublicaties in ons land dat het thema The development of the Parisian chanson zal zijn. Informatie op de website van de BBC leert echter dat zaterdagmiddag presentatrice Lucie Skeaping een bezoek zal brengen aan de kathedrale Notre Dame op het Île de la Cité in de Franse hoofdstad, waar zij Benjamin Bagby en Katarina Livljanic ontmoet om met hen te praten over componisten uit de middeleeuwen en hun invloeden op de verdere ontwikkeling van de westerse muziek. Beide genoemden zijn niet alleen uitvoerende musici en leiders van ensembles voor middeleeuwse muziek, maar tevens docent voor muzikale uitvoeringspraktijk aan de Parijse universiteit Sorbonne.
Pérotin Magister leefde van circa 1160 tot ongeveer 1240, een methusalemleeftijd in die periode van onze geschiedenis. Léonin werd omstreeks dezelfde tijd geboren, in de jaren vijftig van de twaalfde eeuw, maar hij stierf reeds in 1201.
____________
Afbeelding: Pérotin-manuscript.
vrijdag 22 februari 2008
woensdag 20 februari 2008
Susan Graham zingt Berlioz, Alban Berg en Händel
Diversiteit
De mezzosopraan Susan Graham is één van de favoriete zangeressen van dit moment, en volgens het tijdschrift Opera News is het de aristocratie in haar stem, die haar zo anders maakt dan andere (goede) vocalistes. Een paar dagen geleden heeft ze in het Concertgebouw te Amsterdam een recital gegeven; aan het eind van de maand en begin februari zingt ze Les Nuits d' éte van Hector Berlioz, met Pierre Boulez als dirigent, in Chicago.
Woensdagavond en donderdagavond laat kunnen we Susan Graham een half uur lang beluisteren op BBC Radio 3 in twee keer een aflevering van het programma Artist focus. Tussen 23:30 uur en middernacht (onze tijd) zingt ze uit Béatrice et Bénédict (1860-62) van Hector Berlioz (1803-1869) en van dezelfde componist delen uit La Damnation de Faust (1846). Tom Service levert commentaar bij de voorgestelde opnamen. Dat doet hij een dag later eveneens, in hetzelfde programma, op hetzelfde late tijdstip, ter afsluiting van de dag buiten zijn eigen tijdzone, als Susan Graham eerst de Sieben frühe Lieder van Alban Berg (1885-1935) [1] en vervolgens operafragmenten van Georg Frederic Händel (1685-1759).
Helaas worden er op de website van BBC Radio 3 bij de gegevens over deze twee afleveringen geen nadere mededelingen gedaan over de andere uitvoerenden, zodat het een kwestie is van geduld alvorens we zullen weten of Susan Graham zal zingen met pianobegeleiding dan wel met een orkest, en wie in al die gevallen (Berlioz, Berg en Händel) de begeleidende partijen zullen zijn.
[1] De Sieben Frühe Lieder voor lage stem en piano werden oorspronkelijk gecomponeerd in 1905-1908, maar twee decennia later herzien en georkestreerd. In hetzelfde jaar werd er eveneens een pianoversie van gerealiseerd.
____________
Afbeeldingen
1. Hector Berlioz in 1863.
2. Mezzosopraan Susan Graham (foto van haar website).
De mezzosopraan Susan Graham is één van de favoriete zangeressen van dit moment, en volgens het tijdschrift Opera News is het de aristocratie in haar stem, die haar zo anders maakt dan andere (goede) vocalistes. Een paar dagen geleden heeft ze in het Concertgebouw te Amsterdam een recital gegeven; aan het eind van de maand en begin februari zingt ze Les Nuits d' éte van Hector Berlioz, met Pierre Boulez als dirigent, in Chicago.
Woensdagavond en donderdagavond laat kunnen we Susan Graham een half uur lang beluisteren op BBC Radio 3 in twee keer een aflevering van het programma Artist focus. Tussen 23:30 uur en middernacht (onze tijd) zingt ze uit Béatrice et Bénédict (1860-62) van Hector Berlioz (1803-1869) en van dezelfde componist delen uit La Damnation de Faust (1846). Tom Service levert commentaar bij de voorgestelde opnamen. Dat doet hij een dag later eveneens, in hetzelfde programma, op hetzelfde late tijdstip, ter afsluiting van de dag buiten zijn eigen tijdzone, als Susan Graham eerst de Sieben frühe Lieder van Alban Berg (1885-1935) [1] en vervolgens operafragmenten van Georg Frederic Händel (1685-1759).
Helaas worden er op de website van BBC Radio 3 bij de gegevens over deze twee afleveringen geen nadere mededelingen gedaan over de andere uitvoerenden, zodat het een kwestie is van geduld alvorens we zullen weten of Susan Graham zal zingen met pianobegeleiding dan wel met een orkest, en wie in al die gevallen (Berlioz, Berg en Händel) de begeleidende partijen zullen zijn.
[1] De Sieben Frühe Lieder voor lage stem en piano werden oorspronkelijk gecomponeerd in 1905-1908, maar twee decennia later herzien en georkestreerd. In hetzelfde jaar werd er eveneens een pianoversie van gerealiseerd.
____________
Afbeeldingen
1. Hector Berlioz in 1863.
2. Mezzosopraan Susan Graham (foto van haar website).
zondag 17 februari 2008
Misvattingen omtrent het voormalige Bolt-orgel op het podium in de oude Harmonie-zaal te Groningen
Tweemaal een Nederlands concertorgel op een podium
Op vrijdag 15 februari, direct na het officiële gedeelte van de presentatie te Groningen van het boek van Jan Minderhoud over de bewogen geschiedenis van de Socëteit De Harmonie en het daaraan verbonden concertgebouw met symfonie- (en aanvankelijk ook nog harmonie-) orkest, bleek dat meer mensen de dwaze vergissing in het getoonde beeldmateriaal van TV Noord op de donderdag daaraan voorafgaand al dan niet actief hadden gezien dat het getoonde orkest, het daarbij behorende podium en het orgel niet de bij Groningen en de voormalige concertzaal behorende elementen waren.
Eveneens bleek dat zelfs menig musicus ook nu nog, drieëneenhalf decennium nadat het laatste concert in de 1973 willens en wetens verwoeste [1] zaal was gegeven, meende dat het grote Bolt-orgel tegen de achterwand van het podium — een vijfklaviers instrument met 28 stemmen — van een instrumentenbouwer met die naam was. Het zal in ons land waarschijnlijk het enige concertinstrument van dat kaliber geweest zijn dat echter de naam droeg van degene die het instrument aan de vereniging met het bijbehorende symfonieorkest had geschonken: dr. Bolt van het toenmalige Academisch Ziekenhuis in Groningen.
Exit Bolt-orgel
Met de sloop van het Harmonie-gebouw waarvan de voorgevel met een belendend perceel is blijven staan, en als fraaie toegang dient tot onder meer enkele alfa-faculteiten, kwam er ook een einde aan het bestaan van het Bolt-instrument dat goed veertig jaar zijn functie op uitstekende wijze had vervuld. De toenmalige directie van het orkest heeft het instrument — voorzichtig uitgedrukt: zonder alle daarvoor gebruikelijke wegen te bewandelen — verkocht aan een orgelbouwer voor de somma van tweeduizend gulden. Helemaal koosjer is dat niet geweest. De katholieke kerk in Sappemeer had net te lijden onder de gevolgen van een zware storm, waarbij de toren gedeeltelijk was ingestort en het orgel binnenin het gebouw geheel onbruikbaar was geworden. Van die kant was derhalve interesse aangemeld voor het Bolt-orgel van het NFO. Helaas tevergeefs.
Functioneren in Harmonie-zaal
Als concertante instrument voldeed het voortreffelijk, voor algemene orgelconcerten daarentegen functioneerde het minder goed. Dirigent Charles de Wolff heeft het instrument tijdens een presentatie van de integrale versie van Die Kunst der Fuge van Johann Sebastian Bach (1685-1750) gebruikt, afwisselend met een Metzler-kistorgel, maar hij heeft het bij die ene keer gelaten: bij een niet zoveel seizoenen daarna nieuwe uitgevoering wisselde hij het kistorgel af met een klavecimbel.
Voor de partij in de Orgelsymfonie van Camille Saint-Saëns (1835-1921) heeft het instrument meer dan eens adequaat gefunctioneerd en dat geldt eveneens voor de partijen in het Te Deum van Anton Bruckner (1824-1896) en een compositie met dezelfde titel van onze Nederlander Anthon van der Horst (1899-1965). Organist Wim van Beek heeft er in de jaren zestig ook eens een Orgelsymfonie van Charles Marie Widor (1844-1937) op uitgevoerd. (Voor solo-instrument geschreven!)
Hoewel de structuur van het huidige concertorgel in de grote Oosterpoort-zaal een geheel andere is, en daardoor minder geschiktheid vertoont voor het functioneren in de werken als boven omschreven, zou het onjuist zijn dit aan het instrument alleen te wijten. De houten vloer in de Harmonie-zaal gaf dat Bolt-orgel een extra dimensie, die de Oosterpoort-zaal, met welke vloer dan ook, nooit zal kunnen bieden, aangezien het nieuwe instrument niet op het podium doch, decentraal, op de gaanderij erboven is geplaatst.
Concertgebouw-orgel
Om iets duidelijker te tonen waar de verschillen zitten tussen het voormalige Bolt-orgel in de Groningse Harmonie-zaal en het Maarschalkerweerd-orgel in de grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw toen èn nu, hebben we de beide instrumenten hierboven voor u afgebeeld. Helaas heb ik niet twee zwart/wit afbeeldingen dan wel twee orgels in kleur onder elkaar kunnen zetten, maar de verschillen zijn nogal groot. De belangrijkste zijn de veel rondere Pedaaltorens met kroon van het Amsterdamse instrument, waartegenover dat van de Groninger Harmonie-zaal slechts lichte welvingen vertoont en in het geheel niet door een houten kas wordt omgeven. Vanzelfsprekend is zoiets gemakkelijker te zien, respectievelijk te vergelijken, als men de beide hierboven afgebeelde foto's stuk voor stuk bekijkt dan wanneer slechts het éne instrument in een korte film met bewegende, niet zo duidelijke beelden als tegenwoordig, van meer dan een halve eeuw geleden in een heel kort tijdsbestek aan het televisiekijkersoog voorbijtrekt.
___________
[1] Een van de aanwezigen memoreerde nog even fijntjes dat het toenmalige gemeentebestuur van Groningen steeds was blijven volhouden dat De Harmonie een bouwval zou zijn en niet meer adequaat op te knappen viel. Slopers hadden hem in 1973 echter toevertrouwd dat het een uiterst zware klus was geworden, aangezien het gebouw zo stabiel was dat er extra inspanningen moesten worden gedaan om het uiteindelijk te kraken.
____________
Afbeeldingen
1. Het Bolt-orgel tijdens de laatste periode dat het NFO in de Harmonie-zaal speelde.
2. Het Maarschalkerweerd-orgel in het Concertgebouw te Amsterdam.
3. Totaalblik richting podium met daarop centraal het Bolt-orgel van achter uit de Harmonie-zaal, 1960.
Op vrijdag 15 februari, direct na het officiële gedeelte van de presentatie te Groningen van het boek van Jan Minderhoud over de bewogen geschiedenis van de Socëteit De Harmonie en het daaraan verbonden concertgebouw met symfonie- (en aanvankelijk ook nog harmonie-) orkest, bleek dat meer mensen de dwaze vergissing in het getoonde beeldmateriaal van TV Noord op de donderdag daaraan voorafgaand al dan niet actief hadden gezien dat het getoonde orkest, het daarbij behorende podium en het orgel niet de bij Groningen en de voormalige concertzaal behorende elementen waren.
Eveneens bleek dat zelfs menig musicus ook nu nog, drieëneenhalf decennium nadat het laatste concert in de 1973 willens en wetens verwoeste [1] zaal was gegeven, meende dat het grote Bolt-orgel tegen de achterwand van het podium — een vijfklaviers instrument met 28 stemmen — van een instrumentenbouwer met die naam was. Het zal in ons land waarschijnlijk het enige concertinstrument van dat kaliber geweest zijn dat echter de naam droeg van degene die het instrument aan de vereniging met het bijbehorende symfonieorkest had geschonken: dr. Bolt van het toenmalige Academisch Ziekenhuis in Groningen.
Exit Bolt-orgel
Met de sloop van het Harmonie-gebouw waarvan de voorgevel met een belendend perceel is blijven staan, en als fraaie toegang dient tot onder meer enkele alfa-faculteiten, kwam er ook een einde aan het bestaan van het Bolt-instrument dat goed veertig jaar zijn functie op uitstekende wijze had vervuld. De toenmalige directie van het orkest heeft het instrument — voorzichtig uitgedrukt: zonder alle daarvoor gebruikelijke wegen te bewandelen — verkocht aan een orgelbouwer voor de somma van tweeduizend gulden. Helemaal koosjer is dat niet geweest. De katholieke kerk in Sappemeer had net te lijden onder de gevolgen van een zware storm, waarbij de toren gedeeltelijk was ingestort en het orgel binnenin het gebouw geheel onbruikbaar was geworden. Van die kant was derhalve interesse aangemeld voor het Bolt-orgel van het NFO. Helaas tevergeefs.
Functioneren in Harmonie-zaal
Als concertante instrument voldeed het voortreffelijk, voor algemene orgelconcerten daarentegen functioneerde het minder goed. Dirigent Charles de Wolff heeft het instrument tijdens een presentatie van de integrale versie van Die Kunst der Fuge van Johann Sebastian Bach (1685-1750) gebruikt, afwisselend met een Metzler-kistorgel, maar hij heeft het bij die ene keer gelaten: bij een niet zoveel seizoenen daarna nieuwe uitgevoering wisselde hij het kistorgel af met een klavecimbel.
Voor de partij in de Orgelsymfonie van Camille Saint-Saëns (1835-1921) heeft het instrument meer dan eens adequaat gefunctioneerd en dat geldt eveneens voor de partijen in het Te Deum van Anton Bruckner (1824-1896) en een compositie met dezelfde titel van onze Nederlander Anthon van der Horst (1899-1965). Organist Wim van Beek heeft er in de jaren zestig ook eens een Orgelsymfonie van Charles Marie Widor (1844-1937) op uitgevoerd. (Voor solo-instrument geschreven!)
Hoewel de structuur van het huidige concertorgel in de grote Oosterpoort-zaal een geheel andere is, en daardoor minder geschiktheid vertoont voor het functioneren in de werken als boven omschreven, zou het onjuist zijn dit aan het instrument alleen te wijten. De houten vloer in de Harmonie-zaal gaf dat Bolt-orgel een extra dimensie, die de Oosterpoort-zaal, met welke vloer dan ook, nooit zal kunnen bieden, aangezien het nieuwe instrument niet op het podium doch, decentraal, op de gaanderij erboven is geplaatst.
Concertgebouw-orgel
Om iets duidelijker te tonen waar de verschillen zitten tussen het voormalige Bolt-orgel in de Groningse Harmonie-zaal en het Maarschalkerweerd-orgel in de grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw toen èn nu, hebben we de beide instrumenten hierboven voor u afgebeeld. Helaas heb ik niet twee zwart/wit afbeeldingen dan wel twee orgels in kleur onder elkaar kunnen zetten, maar de verschillen zijn nogal groot. De belangrijkste zijn de veel rondere Pedaaltorens met kroon van het Amsterdamse instrument, waartegenover dat van de Groninger Harmonie-zaal slechts lichte welvingen vertoont en in het geheel niet door een houten kas wordt omgeven. Vanzelfsprekend is zoiets gemakkelijker te zien, respectievelijk te vergelijken, als men de beide hierboven afgebeelde foto's stuk voor stuk bekijkt dan wanneer slechts het éne instrument in een korte film met bewegende, niet zo duidelijke beelden als tegenwoordig, van meer dan een halve eeuw geleden in een heel kort tijdsbestek aan het televisiekijkersoog voorbijtrekt.
___________
[1] Een van de aanwezigen memoreerde nog even fijntjes dat het toenmalige gemeentebestuur van Groningen steeds was blijven volhouden dat De Harmonie een bouwval zou zijn en niet meer adequaat op te knappen viel. Slopers hadden hem in 1973 echter toevertrouwd dat het een uiterst zware klus was geworden, aangezien het gebouw zo stabiel was dat er extra inspanningen moesten worden gedaan om het uiteindelijk te kraken.
____________
Afbeeldingen
1. Het Bolt-orgel tijdens de laatste periode dat het NFO in de Harmonie-zaal speelde.
2. Het Maarschalkerweerd-orgel in het Concertgebouw te Amsterdam.
3. Totaalblik richting podium met daarop centraal het Bolt-orgel van achter uit de Harmonie-zaal, 1960.
donderdag 7 februari 2008
Muziek in Versailles, rondom Lodewijk XIV, in diverse semi-documentaires op BBC Radio 3 (1)
Almachtige Loetje
Een kleine mededeling in de VPRO Gids maakte ons zeer nieuwsgierig, ondanks het feit dat we maand in maand uit met dezelfde domme mededeling over een bewuste compositie van Béla Bartók worden geconfronteerd en daar al tal van keren, verspreid over Europa melding van hebben gemaakt. Wil zeggen: we hadden direct moeten beseffen dat het lariekoek was, de zinsnede: Muziek van Louis XIV. Deze wordt gebezigd in de goed twee regels over het programma The early music show die wordt uitgezonden door BBC Radio 3.
Nou weten we ook wel dat de man wordt gezien als degene, die de wereld met het gevleugelde woord L' état c'est moi zou hebben verrijkt, en in het kader van een dergelijke hoogmoedsverplettering wellicht zou hebben kunnen denken dat alles zijn eigendom zou wezen, ook de kunst en de cultuur en al hetgeen in de hoofden van scheppende meesters zou zijn ontstaan.
Zo gezien zou hij hebben kunnen realiseren dat alles zijn bezit zou zijn geworden, maar de daad van de schepping van de muziek in zijn tijd zou zelfs een over alle denkbare oorlogs- en marteltechnieken beschikkende president in het Witte Huis niet kunnen realiseren. Om dus nu maar te zwijgen van de flink gepoederde en opgedirkte vogelverschrikker, die Loe-Ie Kattoze werd genoemd.
Mogelijke muziek voor luisterende Louis
Toegegeven, voor de zekerheid hebben we het onlangs in Nederlandse vertaling verschenen boek van Antonia Fraser [1] over de heerser van Versailles en wijde omstreken even geraadpleegd, maar konden daar zulks ook niet in vinden. Het simpele raadplegen van de site van BBC Radio 3, en het daarbij behorende muziekprogramma — elke zaterdag en zondag tussen twee uur en drie uur in de middag — verstrekte de gewenste en meteen wel juiste informatie.
Hetgeen we reeds dachten, klopte. De door de dieu-gedonneerde dag wordt de man met al dat blauwe bloed omgeven door musici, welke hem tot rust brengen of door middel van trompetgeschal zijn komst aankondigen.
De dodumentaire is bedoeld als de schets van een mogelijke dag in het leven van de koning, zoals die graag wordt ervaren door presentatrice Lucie Skeaping, en zij wordt daarin begeleid door de klavecinist Olivier Beaumont, die tevens specialist is op ht gebied van de Franse barokmuziek. Hij begeleidt haar op een ronde door het paleis en brengt haar in contact met muziek, die de koning eventueel heeft beluisterd.
___________
Afbeeldingen
1. Lodewijk XIV in vol ornaat.
2. BBC-presentatrice Lucie Skeaping.
Een kleine mededeling in de VPRO Gids maakte ons zeer nieuwsgierig, ondanks het feit dat we maand in maand uit met dezelfde domme mededeling over een bewuste compositie van Béla Bartók worden geconfronteerd en daar al tal van keren, verspreid over Europa melding van hebben gemaakt. Wil zeggen: we hadden direct moeten beseffen dat het lariekoek was, de zinsnede: Muziek van Louis XIV. Deze wordt gebezigd in de goed twee regels over het programma The early music show die wordt uitgezonden door BBC Radio 3.
Nou weten we ook wel dat de man wordt gezien als degene, die de wereld met het gevleugelde woord L' état c'est moi zou hebben verrijkt, en in het kader van een dergelijke hoogmoedsverplettering wellicht zou hebben kunnen denken dat alles zijn eigendom zou wezen, ook de kunst en de cultuur en al hetgeen in de hoofden van scheppende meesters zou zijn ontstaan.
Zo gezien zou hij hebben kunnen realiseren dat alles zijn bezit zou zijn geworden, maar de daad van de schepping van de muziek in zijn tijd zou zelfs een over alle denkbare oorlogs- en marteltechnieken beschikkende president in het Witte Huis niet kunnen realiseren. Om dus nu maar te zwijgen van de flink gepoederde en opgedirkte vogelverschrikker, die Loe-Ie Kattoze werd genoemd.
Mogelijke muziek voor luisterende Louis
Toegegeven, voor de zekerheid hebben we het onlangs in Nederlandse vertaling verschenen boek van Antonia Fraser [1] over de heerser van Versailles en wijde omstreken even geraadpleegd, maar konden daar zulks ook niet in vinden. Het simpele raadplegen van de site van BBC Radio 3, en het daarbij behorende muziekprogramma — elke zaterdag en zondag tussen twee uur en drie uur in de middag — verstrekte de gewenste en meteen wel juiste informatie.
Hetgeen we reeds dachten, klopte. De door de dieu-gedonneerde dag wordt de man met al dat blauwe bloed omgeven door musici, welke hem tot rust brengen of door middel van trompetgeschal zijn komst aankondigen.
De dodumentaire is bedoeld als de schets van een mogelijke dag in het leven van de koning, zoals die graag wordt ervaren door presentatrice Lucie Skeaping, en zij wordt daarin begeleid door de klavecinist Olivier Beaumont, die tevens specialist is op ht gebied van de Franse barokmuziek. Hij begeleidt haar op een ronde door het paleis en brengt haar in contact met muziek, die de koning eventueel heeft beluisterd.
___________
Afbeeldingen
1. Lodewijk XIV in vol ornaat.
2. BBC-presentatrice Lucie Skeaping.
woensdag 6 februari 2008
Première-opname van Snow White door Nationale Reisopera zaterdagavond in Opera live op Radio 4
Opname van 19 januari
Aanstaande zaterdag, 's avonds tussen 19:00 uur en 23:00 uur zendt de NPS via Radio 4 in het programma Opera live de opname uit van de wereldpremière van het muziekdrama Snow White, opus 34 (uit 2004-2007) van Micha Hamel, zoals deze op 19 januari in de Twentse Schouwburg werd gegeven. Met die opera — operette, music hall musical of hoe men het stuk ook wil kwalificeren — toert de Nationale Opera tot en met volgende dinsdag nog door Nederland, zodat men tijdens de nog resterende voorstellingen ook de decors, kostuums en mimiek van de zangers 'mee kan nemen', en vooral niet te vergeten de zeven paar overigens niet allemaal even fraaie, blote herenbillen. Het voortreffelijke koor van de Reisopera en de sublieme musici in de orkestbak hadden beslist een zware taak. Die Micha Hamel heeft een hele reeks muzikale registers opengetrokken en een breed scala aan eclecticisme ten beste gegeven, van het inmiddels klassieke idioom van Kurt Weill tot en met de Boradway-musical en de hela-hola-Hollywoodshow. Dat alles is voortreffelijk gedoseerd en door de musici van het Nieuw Ensemble uitstekend gerealiseerd. Dirigent Ed Spanjaard heeft er een hele kluif aan gehad, en vóór de achtste voorstelling — in de Stadsschouwburg van Groningen — werd hij overvallen door zo'n zware griep dat hij moest worden vervangen door Wouter Padberg, die als assistent van Ingo Metzmacher bij de Nederlandse Opera al de nodige ervaring had opgedaan.
Zangers
Enkele zangsolisten waren al eerder te horen in rollen bij de Nationale Reisopera, anderen maakten hun debuut bij dit gezelschap. Dat gold zowel voor Snow White zelf — een rol die met glans en vol overtuigende vocale prestaties werd volbracht door de sopraanw Rebecca von Lipinski, alsook voor glazenwasser Dan, gespeeld en gezongen door de Finse bariton Ville Russanen, en diens collega Clem. De andere vijf heren, die veelal zichtbaar zijn aangedaan door de fysieke charmes van Snow White — want echt begrijpen doen ze haar niet — waren al eerder in één of meer rol(len) te gast. Dat geldt eveneens voor de 'vieze man' Hogo de Bergerac, een partij, die de Oostenrijkse bariton Michael Kraus als het ware op het lijf is geschreven. Mezzosopraan Frances Bourne, die de 'boze stiefmoeder' Jane vertolkt, trad eerder op bij DNR in The Mikado. De halfzachte Paul, uiteindelijk de felbegeerde Prince Charming — ingevuld door de Amerikaanse countertenor Joseph Schlesinger, die onder meer Fjodor in Boris Godoenov bij DNR heeft gezongen — was in al zijn verschillende gedaanten aandoenlijk en aangrijpend tegelijk.
Operaliefhebbers, die niet bang zijn voor iets nieuws en tegelijkertijd aardig afwijkend van datgene wat we als opera beschouwen, en die niet in de gelegenheid zijn geweest om één van de voorstellingen bij te wonen, worden hierbij dan ook dringend geadviseerd om zaterdagavond te gaan luisteren.
____________
Afbeeldingen
1. Poster en voorzijde tekstboek. Foto van Vernon Merritt voor Life Magazine 1969.
2. Snow White met lang zwart haar. Foto Berlinde de Bruyckere: Inge 2001.
Aanstaande zaterdag, 's avonds tussen 19:00 uur en 23:00 uur zendt de NPS via Radio 4 in het programma Opera live de opname uit van de wereldpremière van het muziekdrama Snow White, opus 34 (uit 2004-2007) van Micha Hamel, zoals deze op 19 januari in de Twentse Schouwburg werd gegeven. Met die opera — operette, music hall musical of hoe men het stuk ook wil kwalificeren — toert de Nationale Opera tot en met volgende dinsdag nog door Nederland, zodat men tijdens de nog resterende voorstellingen ook de decors, kostuums en mimiek van de zangers 'mee kan nemen', en vooral niet te vergeten de zeven paar overigens niet allemaal even fraaie, blote herenbillen. Het voortreffelijke koor van de Reisopera en de sublieme musici in de orkestbak hadden beslist een zware taak. Die Micha Hamel heeft een hele reeks muzikale registers opengetrokken en een breed scala aan eclecticisme ten beste gegeven, van het inmiddels klassieke idioom van Kurt Weill tot en met de Boradway-musical en de hela-hola-Hollywoodshow. Dat alles is voortreffelijk gedoseerd en door de musici van het Nieuw Ensemble uitstekend gerealiseerd. Dirigent Ed Spanjaard heeft er een hele kluif aan gehad, en vóór de achtste voorstelling — in de Stadsschouwburg van Groningen — werd hij overvallen door zo'n zware griep dat hij moest worden vervangen door Wouter Padberg, die als assistent van Ingo Metzmacher bij de Nederlandse Opera al de nodige ervaring had opgedaan.
Zangers
Enkele zangsolisten waren al eerder te horen in rollen bij de Nationale Reisopera, anderen maakten hun debuut bij dit gezelschap. Dat gold zowel voor Snow White zelf — een rol die met glans en vol overtuigende vocale prestaties werd volbracht door de sopraanw Rebecca von Lipinski, alsook voor glazenwasser Dan, gespeeld en gezongen door de Finse bariton Ville Russanen, en diens collega Clem. De andere vijf heren, die veelal zichtbaar zijn aangedaan door de fysieke charmes van Snow White — want echt begrijpen doen ze haar niet — waren al eerder in één of meer rol(len) te gast. Dat geldt eveneens voor de 'vieze man' Hogo de Bergerac, een partij, die de Oostenrijkse bariton Michael Kraus als het ware op het lijf is geschreven. Mezzosopraan Frances Bourne, die de 'boze stiefmoeder' Jane vertolkt, trad eerder op bij DNR in The Mikado. De halfzachte Paul, uiteindelijk de felbegeerde Prince Charming — ingevuld door de Amerikaanse countertenor Joseph Schlesinger, die onder meer Fjodor in Boris Godoenov bij DNR heeft gezongen — was in al zijn verschillende gedaanten aandoenlijk en aangrijpend tegelijk.
Operaliefhebbers, die niet bang zijn voor iets nieuws en tegelijkertijd aardig afwijkend van datgene wat we als opera beschouwen, en die niet in de gelegenheid zijn geweest om één van de voorstellingen bij te wonen, worden hierbij dan ook dringend geadviseerd om zaterdagavond te gaan luisteren.
____________
Afbeeldingen
1. Poster en voorzijde tekstboek. Foto van Vernon Merritt voor Life Magazine 1969.
2. Snow White met lang zwart haar. Foto Berlinde de Bruyckere: Inge 2001.
zaterdag 2 februari 2008
Zuid-Amerikaanse Barok tijdens een tournee van Florilegium — vier dagen achtereen in Nederland
Alternatieve Barok
Het Engelse barokensemble Florilegium komt, thans samen met het Arakaendar Bolivia Choir naar Nederland voor vier concerten tijdens de avonduren van vier opeenvolgende dagen. De korte rondreis start in Rotterdam op dinsdag 5 februari en eindigt vrijdag 8 februari in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in Groningen. Daar tussenin worden nog concerten gegeven in Enschede en Utrecht. Het programma is gedurende die vier avonden hetzelfde: 12 werken van Zuid-Amerikaanse barokcomponisten. Daarmee is het kader van dit unieke optreden wel zo ongeveer afgebakend. Wat u te horen krijgt, is en blijft barokmuziek, maar er is één groot verschil met de muziek, die de nuchtere Europeanen hebben gecreëerd en dat is de opgetogenheid, die ongetwijfeld inherent is aan de warmbloedigheid van de mensen op dat continent zo ver van ons vandaan.
Anonymi en Araujo
In de lijst van de uit te voeren werken gedurende die vier concerten in ons land komt driemaal de aanduiding Anon voor, en dat kan duiden op één, twee of drie componist(en). Eveneens driemaal staat de naam Araujo op het programma. Nu bestaan er meer muziekmeesters met die naam, maar de meest waarschijnlijke is Juan de Araujo (1646-1712). Verder komt de naam Ignazio Balbi (1720-1775) voor, evenals Giovanni Bassani (ca. 1657-1716), Roque Jacinto de Chavarria (1688-1719), Tomas de Torrejon y Velasco (1644-1728), naar wie in Madrid een conservatorium is genoemd. Hij was op nog geen dertig kilometer afstand van de Spaanse hoofdstad geboren.
Brentner en Locatelli
De meest opvallende namen, die in de lijst van muziekmeesters en hun werken gedurende de Nederlandse tournee van Florilegium voorkomen en die je nu niet direct met dat verre continent associeert, zijn die van Johann Joseph Brentner (1689-1742) en tevens Pietro Antonio Locatelli (1695-1764). De laatste associëren we toch eigenlijk eerder met de hoofdstad van de Nederlanden in de achttiende eeuw.
Dat zulke tyisch Europese namen opduiken in de Boliviaanse barok, is niet zo verwonderlijk als men bedenkt dat vele geestelijken de Portugese en Spaanse legers — die de verovering van de nieuwe wereld moesten realiseren — hebben vergezeld, om in de nog niet gekerstende gebieden hun speciale heil te kunnen uitzaaien. Zij waren het die componisten uit de Oude Wereld ertoe hebben overgehaald om in die nieuwe wereld ter plaatse muziek te schrijven. Dat vinden we nog terug op geluidsdragers, die in de titel naar die missionarische muziek verwijzen.
Koor en solisten
Naast de instrumentalisten treedt het Arkaendar Bolivia Choir op onder leiding van Ashley Solomon, met solistische medewerking van Katia Escalera, sopraan; en Henry Villca, tenor.
Veel van wat de groep Florilegium tijdens de vier concerten in Nederland ten gehore zal brengen, is eveneens op twee compact discs bijeengebracht. Gezien de nieuwste ervaringen zullen die wel in de pauze en/of na afloop van de concerten in de hal van de respectieve concertzalen te koop worden aangeboden.
Afbeeldingen
1. Barokensemble Florilegium (UK).
2. Componist Pietro Locatelli.
3. Sopraan Katia Escalera.
Abonneren op:
Posts (Atom)