zondag 14 september 2008

Perfect samenspel in razend moeilijke duo's

Licht in de duisternis
In de wit-moderne, doch qua sfeer aangename, ruimte van de relatief niet lang geleden gerenoveerde Remonstrantse Kerk in Groningen werd zondagmiddag in de centrale hoge ruimte geconcerteerd. Het enige ornament aldaar is — aan de oostwand decentraal geplaatst — een eigentijds èn aantrekkelijk kruisbeeld, waarin het eeuwige sadisme uit de voorstellingen van de lijdende Christus, welke helaas niet zelden tegen het kitschige aanhangen of de begrenzingen daarvan overmatig gepasseerd zijn, ontbreekt. Het geheel is goed zichtbaar in ons artikel met vooraankondiging van het concert van deze zondagse namiddag, met Karlien Bartels, violoncello en Mami Hagiwara, piano. Die beide musiciennes hebben de toehoorders een pretentieus programma voorgesteld, echter zonder de oorspronkelijk aangekondigde Sonate van Richard Strauss. Daarvoor in de plaats kwam een "korte toegift", de Hongaarse Rapsodie opus 68 van David Popper (1843-1913), een componist die min of meer in vergetelheid was geraakt, maar dat zeker niet zal blijven als meer musici zich op dezelfde wijze inzetten als het onderhavige duo. Het stuk, enerzijds vol vaart maar tevens met ingetogen lyriek, heeft een hoog gehalte aan zigeunerelementen en zou tevens tijdens een klezmer-optreden niet misstaan.

Overakoestiek
Die ruimte heeft, zoals zoveel kerken, een duidelijke overakoestiek en dat betekent niet alleen aanpassen voor de uitvoerenden en het besef dienaangaande bij de toehoorders, maar eveneens: hoe meer bezoekers, des te meer absorptie en, uiteraard, des te geringer de overakoestiek. Vakbekwame musici zijn echter veelal goed in staat hun spel af te stemmen op de speelruimte, en dat we tijdens dit optreden te maken hadden met twee zeer vakbekwame musiciennes, bleek reeds direct in de eerste maten, en die kwaliteiten hebben ze gedurende het hele optreden kunnen handhaven. Die twee redden de doorbraak naar de internationale podia wel.
Mami Hagiwara bespeelde een mij — sedert de introductie in ons land in 1986 — bekende K.Kawai-vleugel [1], en Karlien Bartels verkeert in de gelukkige omstandigheid een Miremont-cello uit 1882 te bespelen, die een zo intens fraai en veelzijdig klankenspectrum bezit dat deze bij mij reminiscenties opriep aan Der Schwan [2], één van de zeer weinige overgebleven violoncelli van die befaamde en onnavolgbare instrumentenbouwer Stradivarius.
De drie niet bepaald eenvoudige stukken vonden veel waardering bij de toehoorders, en dat gold met nadruk voor de laatst gespeelde compositie, die van César Franck: een sonate met zwelkasteffect dat de organist verried, maar dat is in zijn veelgespeelde Symfonie ook het geval.
Gaarne da capo! [3]

Teksten
In de programmateksten, uit Parijs aangeleverd, zaten, helaas, flink wat schoonheidsfoutjes, niet alleen grammaticaal,
syntactisch en stilistisch, maar ook nog eens qua ortografie. Verder moet iedere beroepsmusicus zich realiseren dat een muziekliefhebbend publiek voor het grootste deel niet uit kenners bestaat, en daarom is het niet verstandig een toelichting vol te stoppen met muziektermen die voor uitvoerenden weliswaar alledaags zijn, en die in en muziekopstel voor cursussen e.t.q. wel passen, maar in de context van zo'n — en elke vergelijkbare — programmatoelichting aan het doel voorbij schieten. Hoezeer programmateksten educatief kunnen bijdragen tot verdere algemene ontwikkeling — het zal dan op en juiste manier moeten gebeuren, en derhalve op een andere wijze dan hier is gebeurd.
__________

[1]
In de herfst van 1986 werden de Kawai-vleugels in Nederland officieel geïntroduceerd tijdens de Vleugelvoorspeeldagen, die toen in het Stadsparkpaviljoen te Groningen door de firma Hahn aldaar werden georganiseerd. Aanwezig was ook de heer Kawai, die een toonzaal op een bedrijventerrein, ergens in het Gooi, had geopend. Enkele dagen later heb ik die toonzaal bezocht en alle aanwezige vleugels bekeken en voorzichtig uitgeprobeerd. Nog niet alle reeds beschikbare modellen waren toen gearriveerd.

[2]
Der Schwan was vanaf 1937 in het bezit van Emanuel Feuermann (1902-1942), waarna het instrument overging in handen van Aldo Parisot (geb. 1920, en nog steeds docent aan Yale), die daarmee in de jaren vijftig (toen nog mono) o.m. Tsjajkovski's Rococo-variaties op de plaat heeft gezet. Toen was het de nog enige overgebleven Stradivarius-cello, inmiddels zijn er meerder exemplaren opgedoken Een ervan, met een waarde van drie miljoen dollar, werd enige jaren geleden gestolen.

[3] Nu de belangstelling voor de door Muziekklassiek! georganiseerde concerten gestaag toeneemt en deze met veel enthousiasme worden begroet, zou Cornelis Hofmann van deze instantie er goed aan doen op zeer korte termijn afspraken met de beide dames te maken over komende seizoenen. Binnen niet al te lange tijd zou hun agenda voor optredens tussen de beide smeltende poolkappen wel eens aardig vol kunnen zijn.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van de Remonstrantse Kerk te Groningen, met aanbouw.
2. Partituur van opus 68, de door Karlien en Mami gespeelde Hongaarse Rapsodie van David Popper.
3. De Boheemse componist David Popper.

Geen opmerkingen: