maandag 18 mei 2009

WDR-tv toont eigen orkest in Dansen uit Galánta

Terugkijken op jeugdjaren
Vroeg in de nacht van dinsdag 19 op woensdag 20 mei — exact genomen tussen 00:40 uur en 01:00 uur — zendt de Westdeutsche Rundfunk (WDR) een opname uit van de Dansen uit Galánta — gecomponeerd in 1933 — door Zoltán Kodály (1882-1967). Het WDR Sinfonieorchster wordt voor die gelegenheid gedirigeerd door Jukka-Pekka Saraste.
De meeste reizigers tussen Wenen en Boedapest
galnta_kasteel.jpgkennen het kleine marktstadje Galánta, dat tegenwoordig in het zuidelijk deel van Slowakije ligt. De latere componist Zoltán Kodály heeft daar zeven jaar van zijn jeugd doorgebracht, in een tijd dat er nog een zigeunerkapel bestond, hetgeen later helaas niet meer het geval was. Dat zigeunerensemble maakt de eerste ‘orkestgeluiden’ waarmee de jonge Zoltán werd geconfronteerd. De ouders van deze spelende zigeuners hadden zich een eeuw eerder al met dezelfde soort van muziek beziggehouden, en omstreeks 1800 waren er in Wenen reeds enkele banden met Hongaarse Dansen gepubliceerd. Eén van die delen omvatte onder meer muziek, die afkomstig was van de zigeuners uit Galánta, welke de oude Hongaarse folkloristische muziektraditie hadden bewaard. Om dat in stand te houden, heeft Kodály zijn belangrijkste thema’s voor de Dansen uit Galánta uit die oude muziekbanden overgenomen.

* * * * *

Instrumentatie: 2 fluiten, 2 hobo’s, 2 klarinetten (in A), 2 fagotten, 4 hoorns (in F), 2 trompetten (in C), pauken, kleine trom, triangel, klokken en strijkers
.

Kodály heeft zijn Dansen in 1933 voltooid, en nog in hetzelfde jaar zijn deze voor het eerst in Boedapest in het openbaar uitgevoerd. Eigenlijk zijn het verschillende stukken, maar ze vormen desondanks een eenheid, aangezien de componist meerdere keren hetzelfde materiaal heeft gebruikt.
kodaly_zoltan_1.jpgDe Dansen uit Galánta worden geopend met een markant thema voor de solocello. Houtblazers en strijkers laten daarop een snelle passage horen, waarna de hoorns het thema herhalen. Dan wordt dit uitgewerkt en mondt het uit in een cadens voor klarinet. Een grillig wijsje (andante maestoso) wordt eveneens door de klarinet gespeeld, maar begeleid door strijkers. Dit wijsje wordt in de loop van de compositie nog diverse keren herhaald. Dan klinkt zeer levendig een contrasterende melodie, eerst in de fluiten, dan in de klarinetten en violen, waarna het grillige wijsje opnieuw in de houtblazers en strijkers klinkt: de hoorns en de pauken zorgen voor de begeleiding. Dan leiden hobo’s en fluiten (allegro) een geheel nieuwe passage in. Daarna vormt een opgewekte sequens de overgang naar een tweede andante maestoso. Een gesyncopeerd thema zoekt zijn weg door het orkest, langzaam maar zeker aanzwellend tot een rauw fortissimo. De klarinet zet een soort van tegenmelodie in, die wordt opgepakt door de fluit. Na te zijn uitgewerkt maakt deze plaats voor een sprankelend thema (allegro vivace) in de fluiten en eerste violen. Het wordt uitgebreid met verwijzingen naar andere motieven, speciaal naar het syncopenthema, waarna het geheel gestadig klankvoller en opgewondener wordt. Plotseling breekt dat alles af en heerst er een korte Generalpause. Opnieuw klinkt de grillige melodie: eerst pianissimo, dan in de houten blaasinstrumenten met strijkersbegeleiding. Een cadens in de klarinet leidt naar een allegro molto vivace dat het geheel besluit, maar nu wel in een totaal andere vorm.
____________
Afbeeldingen

1.
Historisch kasteel in Galánta.
2. De Hongaarse componist Zoltán Kodály.

Geen opmerkingen: