Nu bekend geworden is dat de Japanse pianofabrikant Yamaha de specifiek Weense firma Bösendorfer heeft overgenomen, is pianist Andras Schiff in het geweer gekomen door in een gesprek met Wolfgang Schreiber voor de Süddeutsche Zeitung van vrijdag 7 december te pleiten voor diversiteit in de pianobouw.
Ooit hebben we op diverse regionale Duitse derde televisienetten de opnamen gezien van Alfred Brendel, die alle Schubert-sonates terecht op een Bösendorfer-vleugel ten gehore heeft gebracht. Andras Schiff vertelt in het interview met Wolfgang Schreiber dat ook hij Schubert-sonates op deze Weense vleugel heeft gespeeld.
Opvallend, en zeker interessant, is de analogie die Andras Schiff ziet tot de gesproken taal. "De klank van een Steinway is Hoog-Duits, en de Bösendorfer is als het Weense dialect. Nestroy [1] is natuurlijk beter in het Weens maar Goethe's Faust moet niet noodzakelijkerwijs in het Prater-Duits worden voorgedragen. Het belangrijkste is dat de Bösendorfer in gebruik blijft — helaas bespeelt 99 procent van de pianisten vandaag de dag de Steinway. Dit is een vorm van globalisering."
__________
[1] Johann Nepomuk Nestroy (1801-1862) was na diverse studies eerst operazanger, onder meer in het Deutsche Theater in Amsterdam. Meer en meer ging hij zich toeleggen op spreekrollen. Vervolgens ging hij zelf schrijven en enkele van zijn typisch Weense stukken hebben heel lang na zijn overlijden repertoire gehouden, zoals Lumpazivagabundus en, zij het iets minder, Der Zerrissene.
__________
Foto: Franz Liszt speelt hier voor hoogwaardigheidsbekleders, onder wie, op de voorste rij, leden van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, op een Bösendorfer-vleugel.
Ooit hebben we op diverse regionale Duitse derde televisienetten de opnamen gezien van Alfred Brendel, die alle Schubert-sonates terecht op een Bösendorfer-vleugel ten gehore heeft gebracht. Andras Schiff vertelt in het interview met Wolfgang Schreiber dat ook hij Schubert-sonates op deze Weense vleugel heeft gespeeld.
Opvallend, en zeker interessant, is de analogie die Andras Schiff ziet tot de gesproken taal. "De klank van een Steinway is Hoog-Duits, en de Bösendorfer is als het Weense dialect. Nestroy [1] is natuurlijk beter in het Weens maar Goethe's Faust moet niet noodzakelijkerwijs in het Prater-Duits worden voorgedragen. Het belangrijkste is dat de Bösendorfer in gebruik blijft — helaas bespeelt 99 procent van de pianisten vandaag de dag de Steinway. Dit is een vorm van globalisering."
__________
[1] Johann Nepomuk Nestroy (1801-1862) was na diverse studies eerst operazanger, onder meer in het Deutsche Theater in Amsterdam. Meer en meer ging hij zich toeleggen op spreekrollen. Vervolgens ging hij zelf schrijven en enkele van zijn typisch Weense stukken hebben heel lang na zijn overlijden repertoire gehouden, zoals Lumpazivagabundus en, zij het iets minder, Der Zerrissene.
__________
Foto: Franz Liszt speelt hier voor hoogwaardigheidsbekleders, onder wie, op de voorste rij, leden van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, op een Bösendorfer-vleugel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten