maandag 18 augustus 2008

Edgard Varèse, de componist en diens oeuvre — nog altijd pionier voor de muziek van morgen (1)

Tweemaal Varèse tijdens Londense Prom
Dinsdag 19 augustus, tussen 20:00 uur en 23:00 uur (onze tijd), geeft het BBC Scottish Orchestra onder leiding van Ilan Volkov in de Royal Albert Hall te Londen het vijfenveertigste concert in het kader van BBC Proms 2008. Op het programma staan zes werken, die we echter — ondanks al de onderlinge verschillen — alle als eigentijds kunnen kwalificeren. De twee laatste composities zijn beide aan de wereld toevertrouwd door de Fransman Edgard Varèse (1882-1965): Poème électronique(1958) en Déserts (1950-54).
Bepaald omvangrijk is het Varèse's oeuvre niet. Een goed dozijn vormt het wezen van al hetgeen hij heeft gepubliceerd.


Georganiseerd geluid
Een niet zelden gehoord 'verwijt' jegens de muziek van Edgard Varèse is dat het daarbij om 'massieve klankblokken' gaat, om 'cerebrale uitingen'. Dat mag in sommige gevallen zelfs juist zijn, doch dat blijft slechts een bescheiden deel van de werkelijkheid aangaande datgene wat de componist voor ogen stond en — aanvankelijk in zijn hoofd en vervolgens in levend(ig)e klanken — gestalte kreeg.
Zijn muziek is meer dan eens bestempeld als georganiseerd geluid, van een 'kaliber' dat voor de toehoorder af en toe zeer veeleisend kan zijn. Voor iemand die daarentegen intensief met muziek bezig is — en derhalve niet alleen maar uit is op ontspanning door muziek — mag dat echter geen criterium zijn, omdat goede muziek nu eenmaal onder alle omstandigheden participatie van de luisteraar vereist.

Schandalen
Edgard Varèse werd op 22 december 1882 geboren te Parijs. Hij studeerde bij onder anderen Vincent d'Indy (1851-1931) en Albert Roussel (1869-1937). In 1916 verliet hij Frankrijk, tien jaar later zou hij zich definitief in de Verenigde Staten vestigen. Enkele van zijn composities hebben schandalen veroorzaakt, en niet alleen bij de eerste uitvoering. Tegelijkertijd toonden ze echter aan dat Varèse een profetische pionier was.
In een tijdsbestek van vier decennia — voornamelijk tussen 1920 en 1960 — schreef hij veertien stukken, die zijn oeuvre nadrukkelijk kenmerken. Wat hij voordien had geschreven, had hij zelf vernietigd of was bij een brand verloren gegaan.
Zo'n vijfendertig jaar geleden zijn uit dat kleine doch zeer grootse oeuvre tien werken verschenen op geluidsdragers, uitgevoerd door het Columbia Symphony Orchestra onder leiding van Robert Craft. Binnen zeer korte tijd waren deze echter al niet meer verkijgbaar, en dat was niet het gevolg van grote belangstelling van de zijde der muziekliefhebbers, doch juist van het tegendeel. [1] Het was in die dagen enerzijds begrijpelijk dat een firma de magazijnen ruimt, maar het belang van een componist, wiens werken men weredkundig maakt, dient daar zorgvuldig tegenover te worden gesteld.

Poème électronique
Het Poème Électronique werd in 1958 door Varèse voltooid. Het betrof een opdrachtcompositie voor het Philips-paviljoen van de Brusselse Expo in dat jaar. Samen met de Griekse architect en componist Yannis Xenakis [2] zorgde Varèse ervoor dat dit gedicht — dat de mogelijkheden belichaamt welke de elektriciteit ons biedt — tot klinken kwam via geluidsbanden met wat de componist toen zelf als "organized sound" betitelde. Daarvoor maakte hij gebruik van 425 luidsprekers, met als resultaat een klankmassa, die is samengesteld uit piano-akkoorden, geluiden die door machines worden gemaakt, koren en 'verminkte' klanken van klokken.
Eén en ander werd aangevuld met tal van akoestische effecten, hetgeen leidde tot een 'ruimtelijke compositie', waarbi het lijkt of er 'geluidlichamen' door het vertrek zweven.
Tijdens die Brusselse presentatie, nu een halve eeuw geleden, zal het ongetwijfeld nog veel meer indruk hebben gemaakt dan via de groeven van een (nu ouderwetse) grammofoonplaat, die men in de eigen ruimte kan laten klinken. Voor sommigen zal het zeker een voordeel zijn geweest dat men thuis zelf de geluidssterkte kan regelen, hetgeen bij een 'live-uitvoering' nu eenmaal niet mogelijk is.
Dat organiseren van effecten was overigens niet nieuw of uniek binnen de ontwikkeling van de westerse muziek. De Amerikaan Charles Ives (1874-1954) was Varèse daarin voorgegaan, en na hem zijn er nog velen geweest die deze mogelijkheden — met meer of minder succes — hebben toegepast.

Déserts
De instrumentale gedeelten van Déserts ontstonden tussen medio 1950 en eind 1952. De interpolaties op magneetband werden gerealiseerd van begin 1953 tot eind 1954, waarna nog versies volgden in augustus 1960, april 1961 en een definitieve in augustus 1961. De première daarvan werd in aanwezigheid van de componist gegeven op 2 december 1954 te Parijs, onder leiding van Hermann Scherchen (1891-1966). Naast 2 fluiten, 2 klarinetten, 2 hoorns, 3 trompetten, 3 trombones en 2 tuba's is er een omvangrijke batterij slagwerk vereist van 47 instrumenten.
Voor de componist zijn 'déserts' niet alleen woestijnen in de zin van eindeloze vlakten zand, water of bergen, maar evenzeer onherbergzame gebieden in de menselijke geest. Zelf had Varèse naar alle waarschijnlijkheid enige tijd in een creatieve woestenij doorgebracht, want 15 jaar lang had hij gezwegen. Doch met Déserts presenteerde hij weer een meesterwerk, alleen van nog grotere diepgang dan tot op dat moment.
Déserts vormt een aanklacht tegen barbarij en gruweldaden [3], en tegelijkertijd wil het een hartekreet om communicatie zijn. De drie gedeelten die de instrumentale onderdelen aaneen moeten verbinden, bestaan uit geluiden, die zijn opgenomen in metaalgieterijen, zagerijen en fabrieken te Philadelphia.
Déserts mag worden gezien als Varèse's hoofdwerk.
__________
[1] Hetzelfde gebeurde niet al te lang daarna met een lp waarop drie Varèse-composities, door Pierre Boulez opgenomen voor dezelfde maatschappij (toen CBS), maar toch bleef CBS nieuwe platen met stukken van Edgard Varèse uitbrengen. Opnieuw onder leiding van Boulez verscheen er in 1984 een zevental stukken van, nadat kort tevoren een heruitgave van zes werken die in 1960 onder Robert Craft was uitgebracht, op hetzelfde label.

[2] De in Roemenië geboren Griekse componist Yannis Xenakis (1922-2001), die zich tot Fransman had laten naturaliseren, was voor het vak architectuur onder meer student van de wereldvermaarde Le Corbusier (1887-1965).

[3] Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen tien dagen met betrekking tot de krijgshandelingen tussen de Davidsstaat Georgië en de goliath Rusland, had deze compositie nauwelijks op een beter tijdstip — één dag na de officiële terugtrekking van de Russische troepen — geprogrammeerd kunnen worden.
____________
Afbeeldingen
1. Edgard Varèse in 1910.
2. Dirigent Robert Craft, geboren in 1923.
3. Componist/architect Yannis Xenakis (1922-2001).
4. Atomium, het pronkstuk van de Brusselse Wereldtentoonstelling van 1958.
5. Dirigent Hermann Scherchen (1891-1966).

Geen opmerkingen: