zondag 13 januari 2008

Beethovens Vierde Pianoconcert met Ivan Moravec en Radio Kamer Orkest onder Frans Brüggen


Late televisie-uitzending
De NPS zendt via Nederland 2 in de vroege nachtelijke uren van maandag 14 op dinsdag 15 januari, tussen 00:25 uur en 01:10 uur, het Vierde Pianoconcert in G, opus 58 (1804/06) van Ludwig van Beethoven uit, gespeeld door de Tsjechische pianist Ivan Moravec, begeleid door het Radio Kamer Orkest onder leiding van Frans Brüggen.


Orkestbezetting: 1 fluit, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns, 2 trompetten, pauken en strijkers.


Ludwig van Beethoven is in 1804 begonnen aan zijn Vierde Pianoconcert, dat hij pas twee jaar later zou voltooien. In maart 1807 werd het concert voor de eerste keer publiekelijk voorgesteld. Dat was in Wenen, en de componist heeft zelf de solopartij gespeeld. Deze première werd een enorm succes. De componist is erin geslaagd de mogelijkheden, die hem voor de thematische uitwerking ten dienste stonden, voor het eerst in een pianoconcert ten volle te benutten.

Een lyrische idylle vormt de basis voor dit concert. Het feit dat de solist het werk opent, is in een klassiek concert een novum. Op het eerste gehoor lijkt het hoodthema nogal geïmproviseerd, maar al spoedig blijkt hoezeer dat onderdeel van de structuur is. Het orkest presenteert het hoofdthema in steeds nieuwe varianten, die vervolgens door de solist worden overgenomen en uitgewerkt. Via de eerste violen worden nog twee neventhema's gepresenteerd en deze verdiepen het geheel tot elegische proporties. Opvallend is de wijze waarop de dialoog tussen piano en orkest wordt gevoerd: wanneer de blazers of de strijkers een thema voorstellen, omspeelt de solist dit met figuraties, maar wanneer het solo-instrument zelf aan bod komt, doet het orkest direct een stap terug en fungeert het nog slechts als waardevolle 'achtergrond'.

Het middendeel (andante con moto) vormt qua thematiek een afwisselend spel tussen piano en orkest. De 72 maten vinden hun oorsprong in een ritmisch geprofileerd motief dat wordt gepresenteerd door alle strijkers, alsmede in een arioso van het solo-instrument. Dit is één van de meest originele concertstukken uit de literatuur.


Als het laatste fluitsterende akkoord van de piano is weggestorven, zet de Finale in. Het rondo-thema (vivace) klinkt pianissimo in de strijkers met een welhaast betoverende gratie. De dialoog tussen solist en orkest wordt geheel anders gevoerd dan in het Adagio. Wat daarin aan elementen van de beide partijen 'tegenover elkaar' klonk, wordt hier 'met elkaar' gedaan. De opgewektheid maakt af en toe plaats voor een vleugje tederheid, met name tegen het einde, voordat de finale in een briljante coda uitmondt.
____________
Afbeeldingen
1. De pianist Ivan Moravec (geb. 1930).
2. Beethoven in 1804.
3. Frans Brüggen, ere-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie.


Geen opmerkingen: