donderdag 12 juni 2008

Richard Strauss en Robert Schumann beheersen het concert, zaterdag 14 juni op de zender NDR Kultur

NDR-Symfonieorkest
Op zaterdag 14 juni zal de Duitse radiozender NDR Kultur een concert presenteren te geven door het NDR Sinfonieorchester onder leiding van Christoph von Dohnanyi, de vaste dirigent van dit ensemble.
Geopend wordt het muzikale gebeuren, dat tussen 20:00 uur en 22:00 uur via de ether zal klinken met twee werken van Richard Strauss (1864-1949). Allereerst Don Juan, gevolgd door Till Eulenspieges lustige Streiche, opus 28, gecomponeerd in de jaren 1894/95. Het concert wordt besloten met de Tweede Symfonie in C groot, opus 61 van Robert Schumann.
Een uitgebreid artikel met toelichting is te vinden op deze zelfde site, gepubliceerd op zaterdag 31 mei jongstleden.

Richard Strauss — Till Eulenspiegels lustige Streiche, opus 28 (1894/95) — symfonisch gedicht
Instrumentatie: 3 fluiten met piccolo, 3 hobo's met Engelse hoorn, 3 klarinetten met basklarinet, 3 fagotten met contrafagot, 4 hoorns in F, 4 hoorns in D (deze laatste ad libitum), 3 trompetten in F, 3 trompetten in D (ook deze laatste ad libitum), 3 trombones, tuba, pauken, triangel, grote trom, kleine trom, grote ratel, strijkkwintet (in principe ruim 60).

Tijl Uilenspiegel was één van de lievelingshelden van Richard Strauss, die voor het eerst met hem schijnt te hebben kennisgemaakt via de muzikale komedie van Cyrill Kistler (1848-1907), welke in 1889 in Würzburg in première was gegaan. Het thema liet Strauss niet met rust en hij liep dan enige tijd rond met het plan een volksopera over Tijl te componeren. In zijn nalatenschap bevond zich wel een ontwerp-tekst maar daarbij behorende muzikale schetsen ontbraken. De opera vertoont echter inhoudelijk geen verwantschap met het symfonisch gedicht. Hiervoor maakte Strauss gebruik van het oude grollenboek Dil Ulenspiegel, waarvan de oudste bewaard gebleven druk uit 1511 (Straatsburg) dateert en in 1885 te Halle opnieuw was uitgegeven.

Aanstootgevend
Toen dirigent Franz Wüllner (1832-1902) tijdens zijn voorbereidingen voor de première — die op 5 november 1895 in Keulen zou plaatshebben — Strauss om nadere uitleg vroeg, schreef deze dat het hem niet mogelijk was een programma op te stellen omdat datgene wat hem bij de diverse onderdelen voor ogen had gestaan, wellicht aanstoot zou geven. "Laten wij derhalve ditmaal de toehoorders zelf de noten laten kraken, die de guit hun biedt." Wel wilde Strauss de beide Uilenspiegel-thema's aangeven, die in het gehele stuk in de meest verscheidene 'vermommingen' voorkomen tot de uiteindelijke catastrofe, wanneer Tijl wordt opgehangen.
De thema's welke Strauss in de brief aan Franz Wüllner bedoelde, zijn alle twee blazersmotieven. Het ene is een trieste hoornmelodie, welke direct na de korte proloog opdoemt, het andere een vrolijke achtste-figuur in de klarinet, die de indruk van een spottende buiging maakt.
Later heeft Richard Strauss echter alsnog een gedetailleerd programma aan de uitleg omtrent de beide blazersthema's toegevoegd. In totaal zijn er 26 capriolen en snaakse streken aan te wijzen, die de componist ons in de aloude 'rondeau'-vorm hier biedt via de klankkleuren van instrumenten afzonderlijk of in groepen. Een grappige, korte epiloog op het eerste thema besluit het stuk. Tijl mag dan dood wezen, de herinnering aan hem blijft zeker voortleven.
____________
Afbeeldingen
1. Dirigent Christoph von Dohnanyi. Foto van Terry O'Neill (Decca).
2. Componist Richard Strauss. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984. (Archief Heinz Wallisch.)
3. Dirigent Franz Wüllner leidde de première van Till Eulenspiegel op 5 november 1895.

Geen opmerkingen: